Rubriek :
Dier - algemeen
De loopvogels van
Nieuw-Zeeland
Nieuw-Zeeland is net
als Madagascar lang voor het ontstaan van de zoogdieren
gedurende een periode van ongeveer tweehonderd miljoen jaar
ge�soleerd geweest. Madagascar ligt betrekkelijk dicht bij
Afrika, maar Nieuw-Zeeland ligt zo ver van het vasteland
van Australi�, dat de zoogdieren het niet konden bereiken. De
vleermuizen waren als enige zoogdieren in staat om op eigen
kracht naar het eiland te komen. Er leven op Nieuw-Zeeland twee
soorten vleermuizen.
Het totaal ontbreken van inheemse zoogdieren op Nieuw-Zeeland
bracht met zich mee dat er veel ruimte over was. Het waren
voornamelijk de loopvogels, die zich aanpasten om de beschikbare
ruimte in te nemen. Oorspronkelijk leefden op Nieuw-Zeeland
slechts drie typen landdieren. Het waren de loopvogels (waarvan
er ��n, de kiwi - zie foto, het nationale symbool is geworden),
de kikkers (waarvan drie zeldzame en primitieve soorten op het
eiland leefden) en een aantal reptielen (zoals gekko's, skinken
en de tuatara of brughagedis). De tuatara is een hagedis. Hij is
als enige overgebleven van een groep reptielen die honderd
miljoen jaar geleden is uitgestorven. Met de eerste mensen
kwamen de hond en de rat op Nieuw-Zeeland.
De
enorme loopvogels of moa's kregen het meest van de hond te
lijden. Er waren van deze vogels op Nieuw-Zeeland negentien
soorten. De moa's behoren tot dezelfde groep als de Afrikaanse
struisvogel, de Australische emoe en de Zuidamerikaanse nandoe.
De hond ging op de moa's jagen, niet alleen als roofdier, maar
ook als jachthond van de oorspronkelijke bewoners. Het gevolg
was dat de moa's al gauw waren uitgeroeid, waarschijnlijk al
voordat de Europeanen omstreeks 1800 naar Nieuw-Zeeland kwamen.
Het dierenleven van Nieuw-Zeeland heeft sindsdien een totaal
ander aanzien gekregen. In 1950 leefden er op beide eilanden 29
verschillende zoogdierensoorten. Ze waren van overal ter wereld
ingevoerd. Er waren zeer verschillende dieren onder, zoals
muizen, buideldieren en elanden. Verder voegden zich honderden
vogelsoorten van elders bij de inheemse vogels van
Nieuw-Zeeland. Er kwamen lijsters, beo's, leeuweriken,
reuzenijsvogels, vinken, pauwen en nog allerlei andere vogels.
Tot de niet-vliegende vogels van Nieuw-Zeeland behoren de kiwi,
de takah� (een waterhoen), de kakapo of uilpapegaai en de wek
(een rallensoort). De kiwi is familie van de uitgeroeide moa's.
De kiwi is veel kleiner dan de moa en bovendien is het een
nachtdier. Vermoedelijk ontkwam hij door deze eigenschappen aan
het lot dat de moa's trof. Er zijn van de kiwi twee soorten. Hij
heeft in tegenstelling tot de meeste vogels de neusgaten aan de
punt van zijn snavel en daardoor een goed reukvermogen. De
vleugels van de kiwi doen geen enkele dienst. Ze zijn zo klein,
dat ze schuilgaan onder de veren. De takah� is schitterend
gekleurd. Men heeft lange tijd gedacht dat hij was uitgestorven.
Maar in 1948 ontdekte men hem opnieuw in het nationale park
Fjordland op het Zuider Eiland. Uit fossiele overblijfselen
blijkt dat de takah� eens wijdverbreid was over zowel het
Noorder Eiland als het Zuider Eiland. Nu leeft hij echter
voornamelijk in de Murchison Bergen. De takah� is zeldzaam
geworden en wordt door de wet beschermd. Hij brengt de zomer
door in de dalen. Tijdens de winter verblijft hij in bossen van
altijd groene bomen.
Ook de kakapo of uilpapegaai is op het nipperjte aan uitroeiing
ontsnapt. Hij werd in het nauw gebracht doordat de hermelijn
jacht op hem maakte en doordat zijn leefgebieden door kudden
herten werden bezet. De kakapo is nu ��n van de zeldzaamste
vogels van Nieuw-Zeeland. Hij leeft als buurman van de takah� in
de bossen van Fjordland. De kakapo heeft eenuilengezicht, maar
is een papegaai. Hij is van boven mosgroen en van onderen
groengeel. Hij voedt zich met vruchten, gras en wortels. Het is
een nachtdier. Overdag trekt hij zich terug in een tussen de
boomwortels gegraven hol. Een enkele keer klimt hij in een boom.
Later zweeft hij dan naar beneden. Hij kan namelijk niet echt
vliegen. Hij heeft weliswaar goed ontwikkelde vleugels, maar
zijn borstspieren zijn niet sterk genoeg om zijn vleugels goed
te laten werken.