Rubriek : De
mens - algemeen
De hervormer Maarten Luther
Het
aanzien van de rooms-katholieke kerk was door de levenswijze van
de renaissance-pausen, maar ook door andere geestelijke leiders
ernstig geschaad. De opleiding van de lagere geestelijken liet
veel te wensen over. Het kloosterwezen was eveneens ontaard. Een
misstand was ook de handel in aflaatbrieven, waarvan de
opbrengst bestemd was voor de bouw van de nieuwe
Sint-Pieterskerk in Rome. Een aflaat hield in dat iemand die
gezondigd had, na biecht en berouw vergiffenis kreeg. Deed hij
bovendien ook nog een goede daad, dan kon hij er zeker van zijn
in het hiernamaals minder straf of zelfs kwijtschelding van
straf te krijgen. Door aflaatbrieven te verkopen leek het net
alsof zonden met geld af te kopen waren.
Hiertegen, en tegen nog enkele andere misstanden, kwam de
augustijner monnik en hoogleraar in de theologie Maarten Luther
(foto : Maarten Luther) in verzet. Hij wilde er een discussie
met andere geleerden over uitlokken. Daarom nagelde hij een
papier met 95 in het Latijn (Latijn was immers de taal van de
geleerden van die tijd) gestelde stellingen op de deur van de
slotkerk te Wittenberg. Een andere mogelijkheid om zoiets te
beginnen, was in er in die tijd eigenlijk niet. Toen bleek
echter dat de grieven tegen allerlei kerkelijke misstanden in
veel breder kring leefden dan Luther had gedacht. Zijn
stellingen werden in het Duits vertaald en op grote schaal
verspreid, dankzij de toen nog niet zolang geleden uitgevonden
drukpers. De dominicaan Tetzel, die subcommissaris bij de aflaat
was, voelde zich zeer verontwaardigd. Hij verklaarde dat de
aanval op de aflaathandel een aanval op de paus zelf was. Ook
van andere zijden werd Luther fel aangevallen. Dit bracht hem
ertoe te verklaren dat als de paus de aflaathandel goedkeurde,
Rome de zetel van de antichrist was. Toen dienden de dominicanen
een aanklacht in tegen Luchter en ze drongen aan op een
onderzoek. Op verzoek van de keurvorst van Saksen, Frederik de
Wijze die op de hand van Luther was, mocht dit onderzoek in
Duitsland plaatsvinden.
In 1518 was een Rijkdsdag te Augsburg belegd. Nadat daar
verscheidene politieke zaken besproken waren, werd de Rijksdag
in oktober afgesloten. Kort daarop kwam Luther in Augsburg aan.
Hij werd ontvangen door kardinaal Cajetanus, een man die
doorkneed was in de scholastiek en het kerkelijk recht. Tijdens
die bijeenkomsten probeerde hij Luther van zijn overtuiging af
te brengen, maar deze beriep zich steeds op de bijbel en gaf
niet toe. Daarop wilde Cajetanus de in zijn ogen koppige en
dwarse monnik niet meer zien. Op aanraden van vrienden
ontvluchtte Luther op 20 oktober 1518 Augsburg in het duister
van de nacht. Behouden kwam hij kort daarop in Wittenberg aan.
Inmiddels nam het aantal mensen dat het met Luchter eens was
voortdurend toe. Paus Leo X (1513-1521), die met een bul de hele
aflaathandel had goedgekeurd, begon in Luther een gevaarlijke
vijand te zien. Hij hoopte hem op diplomatieke wijze het zwijgen
op te kunnen leggen. De paus stuurde daartoe zijn kamerheer, die
inderdaad met Luther goede gesprekken voerde. De hele zaak leek
met een sisser te zullen aflopen, nadat Luther beloofd had de
strijd te zullen laten rusten, als zijn tegenstanders dat ook
deden. De beroemde dr. Johannes Eck viel evenwel in dertien
stellingen de Wittenberger monnik en hoogleraar weer aan. En dat
kon deze niet zomaar laten voorbij gaan. Luther reageerde
vrijwel onmiddellijk en zo barsste de strijd weer in alle
hevigheid los.
In een openbaar dispuut, waarbij de enige leidraad voor Luther
steeds de bijvel was en bleef, waagde hij het uit te spreken dat
zowel de paus als het concilie (de kerkvergadering) konden
dwalen. Eck reisde naar Rome en bracht de paus een zeer somber
verslag uit. Daarop vaardigde Leo X op 14 juni 1520 een bul uit,
waarin 41 stellingen uit Luthers geschriften als dwalingen
werden aangemerkt. Iedereen die ze zou geloven of verbreiden,
zou door de banvloek worden getroffen. Luthers reactie daarop
was dat hij de bul in het openbaar verbrandde. De breuk met de
rooms-katholieke kerk was definitief !�
Op de eerste Rijksdag van Karel V te Worms, werd ook Luther
ontboden. Maar ook toen liet hij zich niet van zijn overtuiging
afbrengen. Het gevolg was dat hij enkele maanden later door de
rijksban werd getroffen. Die hield in dat hij vogelvrij was.
Daarom dook hij onder op de Wartburg, waar hij de bijbel onder
het volk bracht door deze in het Duits te vertalen. Luthers leer
verbreidde zich toen ook buiten Duitsland, in de Oostenrijkse
landen en in de Nederlanden.