W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Ziekten en aandoeningen overzicht

Maagaandoeningen

Refluxziekte
Bij veel pati�nten met maagklachten blijkt de oorzaak gelegen in het terugstromen (reflux) van maagzuur naar de slokdarm. De hierdoor veroorzaakte ziekte wordt 'gastro-oesofageale refluxziekte' genoemd (gaster betekent maag, oesofagus betekent slokdarm). Ook bij totaal gezonde personen stroomt er regelmatig wat maaginhoud de slokdarm in. Tot vijftig periodes van terugstromend maagzuur per etmaal wordt nog als normaal beschouwd. Deze 'fysiologische' refluxepisoden worden als regel niet gevoeld. Het in de slokdarm terechtgekomen materiaal wordt snel door de peristaltische golven weer naar de maag verplaatst. Bij gezonde personen komen refluxepisoden vooral voor na maaltijden en vrijwel nooit tijdens de slaap. Wanneer reflux te vaak optreedt of wanneer het teruggestroomde maagsap te lang in de slokdarm blijft staan, kunnen refluxsymptomen en ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm ontstaan.

Symptomen
Het meest kenmerkende symptoom van terugstromend maagzuur is zuurbranden. Vaak wordt het zuurbranden vooral bij bukken, tillen of in liggende positie gevoeld. Meestal merkt de pati�nt dat na de maaltijden de klachten toenemen. Alcohol, pepermunt, chocola en dranken met citrusvruchtbestanddelen zoals sinaasappelsap doen de klachten vaak toenemen. De pati�nt heeft meestal ook zelf opgemerkt dat zuurbranden kan worden bestreden door het drinken van melk of door inname van een zuurbindend middel, zoals een Rennie.
Een tweede symptoom van refluxziekte is het oprispen van zurig materiaal tot in de mond (regurgitatie). Dit verschijnsel kan in samenhang met zuurbranden, maar ook los daarvan aanwezig zijn. Ook zure oprispingen worden vooral na een maaltijd gemeld.
Sommige pati�nten met refluxziekte ervaren niet zozeer een brandend gevoel achter het borstbeen, maar een drukkende pijn. Deze pijn kan soms zeer heftig zijn. De aard en de plaats van de pijn en ook het uitstralingspatroon kunnen sterk lijken op die van pijn die door het hart veroorzaakt wordt. Hierdoor kan zowel bij de pati�nt als bij diens arts de vrees voor een levensbedreigende hartaandoening ontstaan
Sommige pati�nten met refluxziekte hebben regelmatig of voortdurend het gevoel dat er een brok in de keel zit, het zogenoemde globusgevoel. Uiteraard zal in deze gevallen eerst onderzoek van de keel of het bovenste deel van de slokdarm moeten worden verricht. Hierbij zullen dan meestal geen afwijkingen worden gevonden. Bij een deel van de pati�nten met een globusgevoel reageren de klachten goed op een behandeling gericht tegen reflux.
Bij langdurige refluxziekte kan geleidelijk een vernauwing (stenose) over een meestal kort traject van de slokdarm plaatsvinden. Door deze vernauwing zal het voedsel minder goed door de slokdarm kunnen passeren. De pati�nt merkt dan dat vast voedsel af en toe blijft steken. Vloeibaar voedsel passeert als regel dan nog goed.

Oorzaken
Refluxziekte ontstaat wanneer de slokdarmkringspier onvoldoende functioneert. Deze kringspier, die op de overgang van de slokdarm naar de maag ligt, heeft als functie het terugstromen van (zure) maaginhoud tegen te gaan. De oorzaak van het onvoldoende functioneren van de spier is onbekend.
Als gevolg van omhoogkomend maagzuur kunnen er in de onderste centimeters van de slokdarm ontstekingsverschijnselen (oesofagitis) optreden. Vroeger dacht men dat refluxklachten alleen konden optreden wanneer er ontsteking van de slokdarm was ontstaan. Nu weten wij dat meer dan tweederde van de pati�nten met refluxziekte g��n slokdarmontsteking heeft. Met andere woorden: het merendeel van de pati�nten met refluxziekte voelt zuurbranden wanneer het slijmvlies van de slokdarm in contact komt met zuur, maar krijgt geen beschadiging van dat slijmvlies.
Veel pati�nten met refluxziekte hebben een zogeheten middenrifsbreuk (hiatus-hernia). Bij deze afwijking bevindt zich een deel van het bovenste gedeelte van de maag in de borstholte in plaats van in de buikholte. Dit komt meestal doordat de opening in het middenrif waardoor de slokdarm de maag bereikt, te wijd is geworden. Vaak glijdt de maag als het ware heen en weer van borst- naar buikholte, en weer terug. Op zich is een middenrifsbreuk geen afwijking. Naarmate de mens ouder wordt, neemt de kans op het krijgen ervan toe. Veruit de meeste mensen met een middenrifsbreuk merken niet eens dat zij deze hebben. Personen met een hiatus-hernia hebben echter een grotere kans op refluxziekte dan personen zonder deze afwijking.
Van de pati�nten met oesofagitis heeft ongeveer tweederde een hiatus-hernia, van de pati�nten zonder oesofagitis eenderde. Bij personen zonder refluxklachten vindt men, afhankelijk van de leeftijd, bij 10 tot 40% een middenrifsbreuk. Uit deze gegevens kan men concluderen dat hiatus-hernia een rol speelt bij het ontstaan van refluxziekte, maar zeker niet dat het de belangrijkste oorzaak is. Wanneer een middenrifsbreuk aanwezig is, werkt de onderste slokdarmsfincter minder goed en kan reflux makkelijker optreden.

Onderzoek en diagnose
De klachten veroorzaakt door terugstromend maagzuur zijn vaak zo typisch dat de huisarts op grond van het verhaal van de pati�nt de diagnose kan stellen. Meestal begint de arts dan met de behandeling, waarbij een gunstige reactie op de behandeling mede als bewijs kan gelden voor de juistheid van de diagnose.
Als er twijfel bestaat over de diagnose refluxziekte kan aanvullend onderzoek nodig zijn. De beste methode om de gevolgen van reflux op het slijmvlies van de slokdarm te bestuderen is oesofagogastroscopie (letterlijk: het kijken in slokdarm en maag), dat meestal kortweg gastroscopie wordt genoemd. Gastroscopie is een van de tientallen vormen van endoscopie (letterlijk: het kijken in een lichaamsholte) die men tegenwoordig kent. Bij gastroscopie wordt een flexibele kijker via de mond ingebracht. Hiermee worden de slokdarm, de maag en het eerste gedeelte van de dunne darm ge�nspecteerd. In het geval van verdenking op refluxziekte gaat het bij deze inspectie vooral om de onderste centimeters van de slokdarm. Hier zijn de ontstekingsverschijnselen te verwachten die worden veroorzaakt door omhoogkomend maagzuur. Door het terugstromen van maagzuur beschadigt de oppervlakkige slijmvlieslaag, vooral op de toppen van de plooien. Als gevolg hiervan ziet men vaak dat de ontstekingsverschijnselen streepvormig en in de lengterichting van de slokdarm verlopen. Ook is het mogelijk om tijdens het endoscopisch onderzoek kleine stukjes weefsel (biopten) weg te nemen voor microscopisch onderzoek. De ernst van de ontsteking kan in graden worden uitgedrukt. In de meest gebruikte indeling is graad I oesofagitis de minst ernstige en graad IV de ernstigste.
De aan- of afwezigheid van een hiatus-hernia kan ook door middel van endoscopisch onderzoek worden vastgesteld.
Voor het aantonen van gastro-oesofageale reflux is r�ntgenonderzoek een weinig betrouwbare methode. Ontsteking van de slokdarm kan op een r�ntgenfoto slechts moeilijk worden vastgesteld en dan nog alleen als er sprake is van een vrij ernstige ontsteking. R�ntgenonderzoek is wel geschikt voor het aantonen van een middenrifsbreuk.
Bij twijfel over de oorsprong van refluxklachten of klachten die daarop lijken, kan een 24-uurs zuurgraadmeting verricht worden.

Zweerziekte
Wanneer door inwerking van het maagsap het slijmvlies zodanig is beschadigd dat hierin een gat ontstaat, spreekt men van een maagzweer. Op deze plek is de bedekkende slijmvlieslaag doorbroken en bestaat de maagwand dus alleen nog uit spierweefsel en wat bindweefsel. In het spraakgebruik wordt de term maagzweer ook vaak gebruikt voor een zweer in het allereerste deel van de twaalfvingerige darm. Een zweer in de twaalfvingerige darm (ulcus duodeni) komt drie- tot vijfmaal vaker voor dan een zweer in de maag (ulcus ventriculi).
Twaalfvingerige-darmzweren komen ongeveer tweemaal en maagzweren ongeveer anderhalf maal vaker bij mannen voor dan bij vrouwen. Twaalfvingerige-darmzweren ontstaan het vaakst tussen het 35e en het 65e levensjaar. De meeste maagzweren worden, zowel bij mannen als bij vrouwen, pas na het 55e jaar gevonden. Zowel maag- als twaalfvingerige-darmzweren nemen de laatste jaren in frequentie af. De oorzaak van deze daling is niet precies bekend, maar waarschijnlijk speelt het dalende voorkomen van besmetting met de bacterie Helicobacter pylori hierbij een rol.

Symptomen
Het meest kenmerkende verschijnsel van maagzweren en twaalfvingerige-darmzweren is pijn. De pijn wordt veroorzaakt doordat het maagzuur de zenuwen in de maagwand kan bereiken. De pijn wordt meestal hoog in de bovenbuik (in het maagkuiltje) gevoeld. Vaak is de pijn scherp gelokaliseerd, zodat men met ��n vinger de plek kan aanwijzen. Soms trekt de pijn door naar de rug. Karakteristiek voor de pijn bij een twaalfvingerige-darmzweer is dat deze vooral bij een lege maag wordt gevoeld, bijvoorbeeld 's nachts. Nuttigen van voedsel dat de zure maaginhoud neutraliseert, doet de pijn dan verminderen. Een klassiek voorbeeld is de gunstige reactie van de pijn op een glas melk. Melk heeft namelijk een sterk zuurbufferend vermogen.
Andere verschijnselen van maagzweren en twaalfvingerige-darmzweren zijn misselijkheid, braken en verminderde eetlust.

Oorzaken
In de theorie�n omtrent het ontstaan van maagzweren en twaalfvingerige-darmzweren werd vroeger sterk de nadruk gelegd op de rol van het maagzuur. Zoals we eerder bespraken, produceert de maag een sterke zoutzuuroplossing waarin zich bovendien een eiwitsplitsend enzym bevindt (pepsine). Het is eigenlijk verwonderlijk dat het maagslijmvlies meestal g��n zweren vertoont. Ook vandaag de dag wordt aan het agressieve karakter van het maagsap nog steeds een belangrijke rol toegekend bij het ontstaan van maagzweren en dunne-darmzweren. Het oude gezegde dat zonder maagzuur geen zweer zal ontstaan is nog steeds waar.
De laatste tien jaar is echter duidelijk geworden dat er ook een andere belangrijke factor is bij het ontstaan van zweren: de bacterie 'Helicobacter pylori', die zich bij voorkeur in de slijmlaag nestelt die het slijmvlies van de maag bedekt. De aanwezigheid van deze bacterie hoeft op zich nog geen ziekteverschijnselen te veroorzaken. Maar als de bacterie aanwezig is, zal er meestal ook een chronische ontsteking van het maagslijmvlies (gastritis) bestaan. Deze gastritis geeft op zich ook geen verschijnselen. Door de gastritis kan echter de weerstand van het maagslijmvlies tegen zuur en het pepsine verminderd raken. Hiermee vormt de Helicobacter pylori een tweede belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van zweren. Het gezegde moet tegenwoordig luiden: zonder zuur geen zweer, maar zonder de Helicobacter pylori ook geen zweer. Meer over deze bacterie kunt u lezen in De rol van de Helicobacter pylori.
Op de algemene regel dat pati�nten met een maagzweer of twaalfvingerige-darmzweer besmet zijn met de Helicobacter pylori bestaan ook uitzonderingen. Een belangrijke uitzonderingspositie wordt ingenomen door pati�nten die ontstekingsremmende pijnstillers en antireumamiddelen gebruiken.
Deze pijnstillers worden in het Engels 'Nonsteroid Anti-Inflammatory Drugs' genoemd en vaak afgekort met NSAIDs. Bekende voorbeelden van NSAIDs zijn middelen als ibuprofen (Brufen), diclofenac (Voltaren), indometacine (Indocid) en acetylsalicylzuur (Aspirine). Bij chronisch gebruik van deze middelen kunnen maagzweren en twaalfvingerige-darmzweren ontstaan zonder dat er sprake is van een Helicobacter pylori-infectie. Het gevaar van zweren die ontstaan onder invloed van NSAIDs is dat de betrokkene ze minder goed voelt, door het pijnstillende effect van de middelen.
Daarnaast is aangetoond dat roken het ontstaan van zweerziekte bevordert. De invloed van roken is echter niet zo groot als die van maagzuur en de Helicobacter pylori.

Onderzoek en diagnose
Om een maagzweer of twaalfvingerige-darmzweer aan te tonen, is het meestal nodig een endoscopisch onderzoek te verrichten. Hierbij kan men de zweer als een uitsparing in het slijmvlies zien. Zo nodig kunnen er ook biopten worden genomen. De mogelijkheid om zweren aan te tonen via r�ntgenonderzoek wordt tegenwoordig steeds minder gebruikt, omdat het rendement van dit onderzoek duidelijk lager is dan dat van het endoscopische onderzoek.
Als complicatie van een zweer in de maag of twaalfvingerige darm kan een bloeding ('maagbloeding') optreden. De pati�nt kan hierbij bloedbraken, zwarte ontlasting (melaena) hebben of zelfs in shock raken. Ziekenhuisopname is hierbij vaak nodig.

Gestoorde maagmotoriek
Naar alle waarschijnlijkheid vormen stoornissen in het bewegingspatroon van de maag (maagmotoriek) de belangrijkste oorzaak voor maagklachten die niet op refluxziekte of zweerziekte berusten. Bij 40% van de pati�nten met maagklachten zonder maagzweer of reflux-oesofagitis werd een vertraagde maagontlediging gevonden. Bij deze pati�nten zijn de bewegingen van de maag en het eerste deel van de dunne darm minder effectief ('luie-maagsyndroom'). Hierdoor blijft het voedsel langer dan normaal in de maag. De mate waarin de maagontlediging vertraagd is, kan zeer uiteenlopend zijn. Bij pati�nten met een zeer ernstige vertraging van de maagontlediging vindt men bij gastroscopisch onderzoek het voedsel van de vorige dag of van meerdere dagen geleden terug in de maag. Wanneer de maagontledigingsstoornis minder ernstig is, kan de afwijking alleen met behulp van gespecialiseerd onderzoek (maagontledigingsonderzoek) worden vastgesteld.
Daarnaast bestaat er bij veel pati�nten met maagklachten een verminderde adaptieve relaxatie van het bovenste deel van de maag. Dit houdt in dat dit maagdeel bij hen minder goed ontspant tijdens en na het eten van een maaltijd. Als gevolg hiervan loopt de druk in het bovenste deel van de maag hoger op dan normaal. Ook deze afwijking kan alleen met zeer gespecialiseerd onderzoek worden vastgesteld.

Symptomen
De belangrijkste verschijnselen van gestoorde maagmotoriek zijn misselijkheid en braken na de maaltijd. In minder uitgesproken gevallen zijn de belangrijkste symptomen: een gevoel van vroege verzadiging, een opgeblazen gevoel en boeren. In ernstige gevallen kan de maag zodanig sterk uitgezet raken dat zij vele liters kan bevatten. Men spreekt dan van maagdilatatie. Als pati�nten met een dergelijke ernstige maagontledigingsstoornis braken, gebeurt dat meestal met grote hoeveelheden en het braaksel wordt vaak met grote kracht (explosief) uitgestoten.

Oorzaken
In gevallen van ernstige maagontledigingsstoornis zal altijd onderzoek moeten worden gedaan naar de oorzaak hiervan. In eerste instantie moet hierbij gezocht worden naar vernauwingen in de maag of in het begin van de twaalfvingerige darm. Zo'n vernauwing kan worden veroorzaakt door een schrompeling (inkrimping), bijvoorbeeld bij genezing van een maagzweer of twaalfvingerige-darmzweer. Ook kan een tumor (goed- of kwaadaardig) een vernauwing van de maaguitgang geven.
Een vertraagde maagontlediging wordt echter slechts zelden door een maaguitgangsvernauwing veroorzaakt, maar is meestal terug te voeren is op verminderde motoriek van de maag. Waardoor die motoriek verminderd is, is in de meeste gevallen echter niet te achterhalen. Er zijn aanwijzingen dat bij sommige pati�nten een virusinfectie van het maagdarmkanaal is voorafgegaan aan de motoriekstoornis. In andere gevallen kan de verminderde bewegelijkheid van de maag worden toegeschreven aan het gebruik van geneesmiddelen. Kalmerende tabletten (tranquillizers), anti-Parkinsonmiddelen en sommige middelen tegen hoge bloeddruk kunnen leiden tot een verslechtering van de maagontlediging. Ook kan een verminderde maagmotoriek het gevolg zijn van andere ziekten, zoals een sterk verslechterde nierfunctie, vertraagde schildklierwerking, enzovoort.

De overgevoelige maag
De laatste jaren is duidelijk geworden dat een deel van de pati�nten met maagklachten een verhoogde gevoeligheid heeft voor prikkels vanuit het maagdarmkanaal. Deze kennis is vooral te danken aan onderzoek waarbij een ballon in de maag werd ingebracht en geleidelijk gevuld met lucht. Pati�nten met een overgevoelige maag voelen een dergelijke opblazing van de maag bij een veel geringere vulling dan een gezonde persoon dat zou doen. De oorzaak van deze overgevoeligheid is niet bekend. Meestal is er aan het slijmvlies van de maag of de slokdarm bij deze pati�nten geen enkele afwijking zichtbaar. Het is niet duidelijk of deze afwijking berust op een verhoogde gevoeligheid van de tastlichaampjes (receptoren) in de maagwand zelf of op een versterkte waarneming van de in de hersenen aangekomen prikkels vanuit de maag. De diagnose overgevoelige maag kan nog niet gemakkelijk worden gesteld. R�ntgenonderzoek en endoscopisch onderzoek van de maag zullen hierbij normaal uitvallen.

Maagkanker
Een gevreesde, maar betrekkelijk zeldzame oorzaak van maagklachten is maagkanker (carcinoma ventriculi). Deze kan op alle plaatsen in de maag ontstaan. In de dunne darm is kanker zeer zeldzaam, maar de oorzaak hiervan is onbekend. De incidentie van maagkanker is dalende. Ook in landen als Japan, waar maagkanker vaker voorkomt dan in westerse landen, daalt het aantal pati�nten met maagkanker. Zoals vele andere kwaadaardige tumoren komt maagkanker vooral op hogere leeftijd voor. Mannen hebben een hogere kans op het krijgen van deze ziekte dan vrouwen. De kans op het ontwikkelen van maagkanker is iets verhoogd bij mensen die 'besmet' zijn met de maagbacterie Helicobacter pylori.
De verschijnselen van maagkanker zijn niet specifiek. Pijn in de maagstreek, slechte eetlust en gewichtsverlies zijn de meest voorkomende verschijnselen. Als de ziekte tijdig ontdekt wordt, is genezing door middel van operatieve verwijdering van het aangedane deel van de maag mogelijk.
Slokdarmkanker verraadt zich meestal doordat de pati�nt moeite krijgt met het wegslikken van voedsel. Eerst zal vast voedsel belemmering ondervinden. In vroege stadia is operatieve behandeling mogelijk.
Naast maagkanker kunnen ook andere kwaadaardige tumoren in de maag voorkomen. Het maligne lymfoom van de maag is hiervan een voorbeeld.

Maagklachten als gevolg van operaties
Na maagoperaties kunnen hinderlijke en soms tot invaliditeit leidende maagklachten voorkomen. Maagoperaties werden vroeger (tot omstreeks 1980) vaak verricht ter bestrijding van zweerziekte. Vaak moest de onderste helft of het onderste tweederde deel van de maag worden weggehaald (maagresectie). De meest bekende operaties zijn de maagresecties volgens Billroth. De bedoeling van deze operaties was de zuurproductie van de maag dusdanig te verminderen dat de pati�nt geen maagzweer of twaalfvingerige-darmzweren meer kreeg.
Tegenwoordig kan de productie van maagzuur met geneesmiddelen worden verminderd en worden maagoperaties niet of nauwelijks meer voor dit doel uitgevoerd. Maagresecties vinden nu alleen nog plaats wanneer de maag door zweerziekte ernstig misvormd is geraakt. Een nadeel van deze operaties is dat het overblijvende deel van de maag betrekkelijk klein is. Als gevolg hiervan kan de pati�nt meestal geen grote maaltijden meer eten zonder maagklachten (vol gevoel, misselijkheid, braken) te krijgen.
Een ander nadelig gevolg van maagresecties is de snelle maagontlediging van vloeistoffen die na dergelijke ingrepen meestal optreedt. Door de kleine maagrest en de wijdere opening naar de dunne darm 'vallen' vloeistoffen te snel in de dunne darm. Dit kan verschillende verschijnselen veroorzaken, waaronder een vol gevoel en misselijkheid. Verder kunnen bij een snelle maagontlediging symptomen van een laag bloedsuikergehalte (onder andere zweten en een gedaald bewustzijn) of een verlaagde bloeddruk optreden. De verschijnselen die het gevolg zijn van versnelde maagontlediging worden in het medisch jargon ook wel 'dumpingverschijnselen' genoemd. Bij een ander type operatie (vagotomie) tegen maagzweren werd de tiende hersenzenuw doorsneden. Ook deze operatie had ten doel de zuursecretie door de maag te verminderen. Het ongewenste gevolg was echter dat ook de bewegingen van de maag gestoord raakten. Vaak was er na vagotomie sprake van een vertraagde maagontlediging van vast voedsel en dumping van vloeibaar voedsel.

Enkele oorzaken nader beschouwd
'Maagklachten' komen niet altijd uit de maag. Naburige organen zoals de galblaas, de alvleesklier, de dikke darm en de grote lichaamsslagader (aorta) kunnen klachten veroorzaken die de pati�nt en dokter misleiden kunnen. Voorbeelden van ziekten van die organen zijn galstenen, alvleesklierontsteking, alvleesklierkanker, obstipatie, prikkelbare darm syndroom, dikke-darmkanker en verwijding (aneurysma) van de aorta.
In de praktijk zijn de meest voorkomende 'bedrieglijke' oorzaken van maagklachten obstipatie en het prikkelbare darm syndroom (irritable bowel syndrome). De dikke darm loopt ook door de bovenbuik en alleen al daardoor is het begrijpelijk dat problemen aan deze darm maagklachten kunnen veroorzaken. Verder is bekend dat een vertraagde passage door de dikke darm reflexmatig ook de passage door de maag kan vertragen.
Behandeling van de dikke-darmafwijking (bijvoorbeeld met een vezelverrijking van het dieet of met een mild laxerend middel) kan in dit soort gevallen de maagklachten doen laten verdwijnen.

De rol van de psyche
Over de rol van de psyche bij het tot stand komen van maagklachten bestaan niet erg veel harde wetenschappelijke gegevens. Wat we wel weten is dat veel pati�nten melden dat hun maagklachten ontstaan zijn of regelmatig verergeren tijdens toegenomen psychische stress. Het is ook bekend dat de zuurproductie door de maag toeneemt wanneer een (proef)persoon aan stress wordt blootgesteld. Verder weet men dat de bewegingen van de maag nadelig worden be�nvloed door verschillende vormen van stress. Het is dus waarschijnlijk dat de psyche een niet onbelangrijke rol speelt bij het ontstaan van (een deel van de) maagklachten.
Ten slotte is het natuurlijk zo dat alle soorten van lichamelijke klachten, ook die welke door een zichtbare of tastbare afwijking worden veroorzaakt, als extra vervelend kunnen worden ervaren wanneer de psychische draagkracht door andere problemen wordt ondermijnd.

De rol van de Helicobacter pylori
In 1983 beschreven de Australische onderzoekers Marshall en Warren de aanwezigheid van een bacterie in de maag van pati�nten met een ontsteking van het maagslijmvlies. Deze spiraalvormige bacterie met zweepdraden werd aanvankelijk Campylobacter pyloridis genoemd. Inmiddels is de naamgeving veranderd in Helicobacter pylori. Deze bacterie voelt zich in het zure maagmilieu goed thuis. Dit komt mede doordat de bacterie het enzym urease produceert dat ureum kan splitsen. Door de splitsing van het ureum ontstaat ammoniak dat als een alkalische schil rondom de bacterie hangt en bescherming biedt tegen het zuur. De bacterie was bij nader inzien al eerder waargenomen, zelfs al aan het begin van de 19e eeuw, maar er was nooit veel waarde aan gehecht. Door de ontdekking van Marshall en Warren is sinds 1983 het denken over maagslijmvliesontsteking en maagzweren drastisch veranderd. In de jaren volgend op de ontdekking van de bacterie heeft zich over de hele wereld een grote hausse in het onderzoek naar de rol van deze bacterie voorgedaan.

Ontsteking van het maagslijmvlies
Het staat nu onomstotelijk vast dat de Helicobacter pylori een chronische ontsteking van het maagslijmvlies (gastritis) veroorzaakt. Als iemand met chronische maagslijmvliesontsteking de Helicobacter wordt behandeld met antibiotica, leidt dit tot herstel van het slijmvlies. Omgekeerd kan bij een gezond proefpersoon met een normaal slijmvlies een gastritis ontstaan wanneer hij of zij besmet wordt met de Helicobacter pylori.
De Helicobacter pylori en de daardoor veroorzaakte maagslijmvliesontsteking geven niet altijd klachten. De overgrote meerderheid van de mensen met Helicobacter-gastritis heeft geen maagklachten en bij personen met de bacterie komen maagklachten niet vaker voor dan bij personen zonder de bacterie. In westerse landen als Nederland en Belgi� is 30 tot 40% van de bevolking besmet met de Helicobacter pylori. De besmetting wordt waarschijnlijk overgebracht door contact met de feces (ontlasting) of maaginhoud van een besmet persoon. Er is dan ook een duidelijk verband tussen minder goede hygi�ne (hetzij door gebrekkige sanitaire voorzieningen, hetzij door onhygi�nisch gedrag) en de kans op het hebben van de Helicobacter pylori. Zeer hoge besmettingsgraden worden onder andere aangetroffen in ontwikkelingslanden. In westerse landen neemt de besmettingsgraad geleidelijk af.

Zweren
De grote betekenis van chronische gastritis op basis van de Helicobacter pylori ligt in de rol die deze gastritis speelt bij het ontstaan van zweren in de maag en in de twaalfvingerige darm. Vooral bij pati�nten met een zweer in de twaalfvingerige darm (ulcus duodeni) vindt men een zeer hoog percentage (90% of meer) maagslijmvliesontsteking veroorzaakt door de Helicobacter pylori. Van de pati�nten met een zweer in de maag (ulcus ventriculi) is ongeveer 60% Helicobacter pylori-positief. Het is nu duidelijk dat de weerstand van het maagslijmvlies door de ontsteking door Helicobacter pylori verminderd wordt, waardoor het maagzuur meer kans krijgt om beschadigend te werken. Onder normale omstandigheden leeft de bacterie alleen in de maag. Het slijmvlies in het begin van de twaalfvingerige darm kan echter pleksgewijs zo op maagslijmvlies gaan lijken dat de bacterie zich ook daar kan nestelen. Juist op deze plekken wordt het slijmvlies verzwakt en kunnen zweren in de twaalfvingerige darm ontstaan.
De relatie tussen de Helicobacter pylori en het ontstaan van maagzweren en dunne-darmzweren is van groot praktisch belang, omdat bestrijding van de Helicobacter pylori leidt tot een sterk verminderde kans op het terugkeren van de maagzweren en twaalfvingerige-darmzweren. Daarom zal tegenwoordig bij iedere pati�nt met zweerziekte worden nagegaan of de bacterie aanwezig is. Als dat het geval is, is behandeling nodig. De aanwezigheid van de Helicobacter pylori kan worden vastgesteld door onderzoek van een stukje maagslijmvlies (biopt). Ook kan men tegenwoordig op eenvoudige wijze antistoffen tegen de bacterie in het bloed aantonen.

Maagklachten zonder zweren
De rol van de Helicobacter pylori bij het ontstaan van maagklachten zonder zweer, is nog zeer omstreden. De onderzoekingen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd. In ieder geval is het niet zo dat behandeling van de Helicobacter pylori de klachten doet verdwijnen, althans niet bij het merendeel van de pati�nten. Omdat de behandeling van de Helicobacter pylori moeilijk is en een combinatie van een aantal middelen vereist, is het onverstandig lichtvaardig tot antibiotische behandeling te besluiten als er geen zweerziekte aanwezig is.

Maagkanker
Uit epidemiologisch onderzoek is gebleken dat de Helicobacter pylori ook een risicofactor vormt voor het ontstaan van maagkanker. Behalve de aanwezigheid van de Helicobacter pylori zijn echter nog vele andere factoren van belang bij het ontwikkelen van kanker in de maag. Slechts bij een zeer klein deel van de pati�nten met Helicobacter pylori zal ook werkelijk een maagtumor ontstaan.

Helicobacter pylori ook nuttig?
De laatste jaren komen er steeds meer aanwijzingen dat besmetting met Helicobacter pylori niet alleen nadelige effecten heeft (verhoogde kans op zweerziekte en maagkanker), maar ook voordelen kan bieden. Een van deze voordelen is een beschermend effect tegen refluxziekte. De door de bacterie veroorzaakte ontsteking van het maagslijmvlies (gastritis) leidt namelijk op den duur tot vermindering van de zuurproductie van de maag.
Een ander voordelig effect van aanwezigheid van Helicobacter pylori is dat zuurproductieremmende geneesmiddelen beter werken wanneer de bacterie aanwezig is. Dit geldt vooral voor protonpompremmers. Sommige pati�nten met refluxziekte merken dat zij na een behandeling van hun Helicobacter pylori-infectie (met antibiotica) een hogere dosis van een protonpompremmer nodig hebben.
Deze recente ontdekkingen hebben het nemen van een beslissing over een behandeling van een aanwezige Helicobacter pylori-infectie moeilijker gemaakt. Als zweerziekte aanwezig is, is er geen twijfel dat een behandeling van de infectie moet plaatsvinden, maar in alle andere gevallen dient een zorgvuldige afweging te worden gemaakt.

 

� 2006 - WORLDEXPLORER
Google