Magot
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
magot behoort tot de orde der primaten, familie
Cercopithecidae, het geslacht Macaca en soort
Macaca sylvanus. Er zijn zo'n twintig
macaca-soorten. De magot is een bijzondere aap,
maar dan wel ��n zonder staart. Zo'n 10.000 jaar
geleden kwamen ze voor in grote delen van
Europa, maar nu leven er - buiten Noord-Afrika -
nog slechts een paar of Gibraltar. Ze leven in
groepen die geleid worden door vrouwtjes en
brengen veel tijd door met het vlooien.
Magots leven in groepen van zeven tot veertig
apen, met hun eigen territorium. Vrouwtjes
vormen de kern van de groep en hun rang gaat
over van moeder op dochter. Een vrouwtje komt in
rang onder haar moeder, maar boven de jongere
zusjes terecht. De rang van een mannetje is
slechts tijdelijk en is afhankelijk van zijn
leeftijd, hoeveel andere mannetjes er zijn, en
van de acceptatie door de vrouwtjes. Het vlooien
versterkt de rangorde van de apen en helpt ze
een band te krijgen, vooral tussen de ouders en
de kleintjes en jongen onderling. De band tussen
moeder en dochter blijft, maar als een jong
mannetje geslachtsrijp is, verlaat hij zijn
moeder om alleen te gaan leven of zich bij een
andere groep te voegen.
In de bossen waar hij leeft eet de magot vooral
vegetarisch voedsel : wortels, bladeren, fruit
en zaden. Hij eet ook ongewervelde dieren. Maar
met de seizoenen moet hij zijn eetgewoontes
aanpassen, omdat bepaald voedsel dan schaars is.
In Algerije bijvoorbeeld vormen rupsen in de
herfst een groot deel van het eetpatroon, net
zoals eikels in de lente. De overvloed aan
voedsel in een bepaald gebied heeft invloed op
de omvang van het territorium van een groep.
Het achterwerk van het vrouwtje zwelt op als ze
vruchtbaar is. In deze periode paart ze met
verschillende mannetjes. Gewoonlijk kiest ze de
dominante, maar ze kan ook paren met alle
mannetjes van een groep. Het vrouwtje werpt 's
nachts, in de boom waarin ze slaapt. Ze krijgt
��n kleintje, dat ze schoonlikt. Het pasgeboren
aapje weegt zo'n 450 gram, klampt zich vast aan
de vacht van zijn moeder en is gelijk al sterk
genoeg om zijn eigen gewicht te dragen. De
moeder voedt en verzorgt het kleintje ongeveer
��n jaar, maar ook de mannetjes leveren daar hun
aandeel in. Een mannetje zoekt meestal ��n enkel
kleintje uit waarmee hij speelt en dat hij
verzorgt.
De grootste bedreigingen voor de magot zijn de
jacht en het verlies aan leefgebied door
houtkap. In Afrika, waar ooit enorme aantallen
leefden, zijn er nog maar zo'n 20.000 over in
delen van Algerije, Marokko en Tunesi�. In
Algerije leven de meeste magots als beschermde
soort in nationale parken. In Marokko zijn er
pogingen gedaan om ze weer in het wild uit te
zetten, met wisselende resultaten.
|