Rubriek :
Dier - algemeen
De maki's of lemuren van
Madagascar
De
maki's (zie foto : ringstaartmaki's) leven uitsluitend in
Madagascar. Het zijn halfapen. De maki's waren vele miljoenen
jaren geleden de enige tot dan ontwikkelde apen en de heersers
van het bos. Ze zijn nauw verwant aan de halfapen van Afrika,
zoals de galago en de potto. Ze zijn ook verwant aan de in Azi�
levende lori. De thans op Madagascar levende maki's zijn
verdeeld in drie families, die in totaal 21 soorten tellen. De
meeste maki's hebben een aap-achtig uiterlijk en de afmetingen
van een huiskat. Ze hebben een lange staart en een vossensnuit.
De dwergmuismaki echter is ongeveer zo groot als een jonge rat.
De indri is de grootste van de maki's. Hij is ongeveer 75 cm
lang met als kleuren zwart en wit. De indri leeft in
familiegroepen in de wouden van het oosten van Madagascar. De
jonge indri's worden geboren in november of december. Na de
geboorte worden ze door hun moeder gedragen. De indri leeft hoog
in de bomen. Vandaar dat men hem eerder hoort dan ziet. In de
vroege morgen neemt hij hoog in de takken een zonnebad. De indri
wordt helaas steeds zeldzamer.
De maki's van tegenwoordig wijken vermoedelijk slechts in
geringe mate af van hun voorouders. Ze bezitten echter ook
enkele eigenschappen die zich bij de hogere primaten hebben
ontwikkeld. De maki's bezitten bijvoorbeeld, zij het in beperkte
vorm, reeds bepaalde hersenkwabben (lobus temporalis), die bij
de apen en de mens tot sterke ontwikkeling zijn gekomen.
De maki's bezitten niet het gezichtsvermogen om perspectief te
zien, zoals de hogere primaten dat hebben en evenmin kunnen ze
kleuren waarnemen. Het reukvermogen is echter hoog ontwikkeld en
speelt een belangrijke rol bij de paring.
Er zijn in totaal zestien soorten echte maki's en katmaki's. Hun
kleuren vari�ren van helder kastanjebruin via verschillende
nuances grijs en bruin tot zwartwit. De bonte maki of vari leeft
in de bossen langs de noordkust van Madagascar. Hij heeft een
zwart en wit gekleurde pels. Hij is 's morgens vroeg en in de
schemering actief. De bonte maki is net als veel andere
maki-soorten in aantal achteruit gegaan doordat de hoge bomen,
waarin hij leeft, zijn gekapt. De ringstaartmaki of katta ziet
men het meest in dierentuinen. Hij leeft in tamarindebomen, maar
komt ook wel op de grond. Deze maki is overdag actief.
De
ringstaartmaki heeft in tegenstelling tot de aan hem verwante
apen een buitengewoon korte voortplantingsperiode. De wijfjes
zijn ��n maal per jaar een halve dag vruchtbaar. De mannetjes
maken bij hun gevechten om de vrouwtjes gebruik van hun
opvallend gestreepte staarten. De mannetjes wrijven hun staart
langs de reukklieren aan hun voorpoten en zwaaien daarna met hun
staart agressief in de richting van mededingers.
De sifaki is ��n van de grotere makisoorten. Hij is een dagdier
en kan uitstekend springen. De pels van de sifaki is gebroken
wit met een chocoladebruine tekening op kop en poten. De sifaki
wordt net als de indri steeds zeldzamer. Ook het vingerdier (zie
foto) of aye-aye neemt snel in aantal af. De aye-aye verschilt
zozeer van de overige maki's, dat men hem in een aparte familie
heeft ondergebracht. Hij lijkt meer op een knaagdier dan op een
aap. Hij heeft de snijtanden van een knaagdier. Ze staan schuin,
groeien steeds door en hebben aan de binnenkant geen glazuur.
De aye-aye valt het meest op door zijn lange, benige vingers. De
derde vinger van zijn voorpoten is bijna zo dun als een draad.
Hij klopt op zoek naar keverlarven met deze lange en dunne
middelvinger tegen een boomstam. Hij luistert met zijn grote
oren naar de geluiden van de larven in de stam en trekt de
schors er met zijn lange snijtanden af, om een gat in de stam te
maken. Daarna trekt hij de larven met zijn lange vingers uit het
gat. De aye-aye is een zuiver nachtdier. Overdag komt hij niet
in beweging.