Rubriek :
Historische figuren
Marco Polo
Marco Polo (Veneti�
1254 - aldaar 8 jan. 1324), Venetiaans koopman, was de eerste
Europese beschrijver van het Verre Oosten. Zijn vader, de
handelsman Niccolo Polo, had met diens broer Matteo ca. 1260 een
reis naar China gemaakt en was teruggekeerd (1269) met een
verzoek van de groot-chan Koebilai aan de paus om missionarissen
te zenden. In 1271 vertrokken beiden, nu met de jonge Marco,
opnieuw als kooplieden naar Azi�. Zij reisden via Bagdad naar de
Perzische Golf, van Ormoez uit dwars door Perzi� naar de
Boven-Oxus, en over Pamir voorbij het meer Lop-Nor, naar de stad
Cambaluc (of Cambalig, = Peking) in China. Marco won hier de
gunst van de groot-chan, die hem vele dienstreizen, o.a. naar
Tibet, Birma en Champa (Cochin-China), opdroeg en voor wie hij
van 1282 tot 1285 gouverneur was van de grote stad Sangui
(Nanking). Ook over Centraal-China deed hij grondige kennis op.
Eerst na zeventien jaar liet Koebilai de Polo's gaan, als
geleide van een Mongoolse prinses naar de koning van Perzi�. De
terugreis ging via de Zuid-Chinese Zee, Sumatera, Java, de
Straat van Malakka en Ceylon naar Ormoez, waar de Polo's aan
land gingen. Over Armeni�, Trebizonde en Constantinopel keerden
zij, rijk geworden, in 1295 te Veneti� terug. Van sept. 1298 tot
juli 1299 was Marco Polo de gevangene van de Genuezen, die bij
Curzola (het huidige Korcula in Dalmati�) de Venetianen hadden
verslagen. In de cel dicteerde hij het relaas van zijn reizen
aan Rustichiano of Rustichello van Pisa, compilator van de
Arthurromans, die het in het Frans optekende. Dit werk is bekend
als Il milione of 'boek van de miljoen wonderen'.