Rubriek :
Historische figuren
Marcus Vipsanius Agrippa
Agrippa, Marcus
Vipsanius (Dalmati� 64 of 63 v.C. - Campani� 12 v.C.), Romeins
generaal, afkomstig uit een Romeins riddergeslacht, was vriend,
raadsman en in feite mederegent van keizer Augustus
[geschiedenis]. Na de moord op Caesar steunde Agrippa Octavianus
(de latere Augustus) in Rome in diens strijd om de macht tegen
Marcus Antonius, werd in 43 volkstribuun en nam deel aan de Slag
bij Philippi (42), waarin Caesars moordenaars Brutus en Cassius
door Marcus Antonius en Octavianus werden verslagen. Ook in de
oorlog tussen beide laatsten om Perusia speelde hij een rol.
Stadhouder geworden van Gallia Transalpina (39-38), onderwierp
hij de Aquitani en bracht de Ubii over naar de linker Rijnoever,
waar Oppidum Ubiorum (het latere Keulen) hun hoofdstad werd.
Als consul reorganiseerde hij in 37 de vloot en maakte van
Misenum aan de Golf van Napels de voornaamste Romeinse
marinebasis; tevens bracht hij het Verdrag van Tarente tot
stand, waarbij het van 43 daterende Driemanschap van Octavianus
(in het westen), Marcus Antonius (in het oosten) en Lepidus voor
vijf jaar werd verlengd. In 36 overwon hij in een zeeslag bij
Naulochos (Noordoost-Sicili�) Sextus Pompejus die, met Sicili�
als basis, getracht had Itali� door een blokkade uit te
hongeren. Na vlootoperaties in Illyri� begon hij in 33 als
aedilis met de bouw van aquaducten, badhuizen en andere
constructies in Rome. Vervolgens versterkte hij de marine weer
met het oog op een dreigend conflict met Antonius en Cleopatra
van Egypte. Beiden werden in 31 bij Actium door Octavianus'
vloot onder commando van Agrippa verslagen, waarmee definitief
een einde kwam aan de burgeroorlogen. Terwijl Octavianus,
voortaan Augustus, oorlog voerde in Spanje, was Agrippa van 27
tot 24 in Rome zijn plaatsvervanger.
Daar voltooide hij o.a. op het Marsveld in 25 het Pantheon
(later door keizer Hadrianus herbouwd) en begon met de bouw van
de ten zuiden daaraan grenzende 'thermen van Agrippa', de eerste
van de monumentale openbare badinrichtingen in Rome. In 23 werd
Augustus tijdelijk zeer ernstig ziek en overhandigde Agrippa
zijn zegelring, symbool voor het keizerschap. Agrippa werd in
hetzelfde jaar inspecteur-generaal van de oostelijke provincies,
maar werd in 21 door Augustus teruggeroepen om in het onrustige
Rome de orde te herstellen. Daar Augustus zich van 21 tot 19 in
het oosten bevond om de Parthische kwestie te regelen, had hij
het imperium maius (algemene bevelsmacht, zie ook imperium) over
Rome en het westen overgedragen aan Agrippa. Deze moest echter
van 20 tot 19 de pacificatie van Spanje voltooien door in het
noordwesten de Cantabri en Astures te onderwerpen. Hij kreeg in
18 het buitengewoon imperium in het gehele rijk en de tribunicia
potestas (bevoegdheden van een volkstribuun, zie tribunus) voor
vijf jaar en kon in 17, na met Augustus de ludi saeculares
(eeuwfeesten) gevierd te hebben, weer naar het Oosten
vertrekken. Na de terugkeer van beiden in Rome (13) werd hun
tribunicia potestas met vijf jaar verlengd, maar Agrippa stierf
kort daarop in Campani� (12 v.C.). Augustus sprak bij zijn
begrafenis in het Mausoleum Augusti de lijkrede uit.
Uit zijn eerste huwelijk had Agrippa een dochter Vipsania
Agrippina (eerste vrouw van de latere keizer Tiberius). In 28
trouwde hij Claudia Marcella, dochter van Augustus' zuster
Octavia. Hij moest echter van haar scheiden na de dood van haar
broer, de aspirant-opvolger Marcellus (23), en met diens weduwe,
Augustus' dochter Julia, zijn derde huwelijk aangaan (21).
Hieruit werden vijf kinderen geboren, nl. C. en L. Caesar,
Julia, Agrippina Maior en Agrippa Postumus. De eerste twee
werden bij het leven van hun vader als zoons geadopteerd door
Augustus, die een dynastie wilde stichten, maar stierven nog
v��r hem.
Agrippa's positie als tweede man was uniek. Zij wordt in deze
vorm in de Keizertijd niet meer aangetroffen. Als kundig
geograaf schreef hij Commentarii (geographici), ook genaamd
Descriptio orbis: een systematisch overzicht van de toen bekende
wereld, na zijn dood gepubliceerd, maar verloren gegaan. Op
grond van deze 'aantekeningen' was hij begonnen een wereldkaart
te ontwerpen (de eerste kaart met lengte- en breedtegraden), die
Augustus naar nagelaten gegevens liet voltooien en later,
overeenkomstig Agrippa's plan, als muurkaart in een zuilenhal
liet aanbrengen.