Margay
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
Margay is een carnivoor van de familie Felidae,
het geslacht Felis, soort Felis wiedii. Deze
kleine kat, een makkelijke en lenige klimmer, is
goed toegerust voor een leven in de bomen. In de
bossen waar hij leeft, benut hij al zijn
klimtechnieken volop. Hij kan zelfs zijn
achterpoten 180 graden draaien om zo beter te
kunnen bewegen. Vanwege zijn prachtige tekening
en goudkleurige vacht wordt hij vaak verward met
de ocelot, en beide soorten worden bejaagd om
hun pels.
De vrouwtjesmargay wordt geslachtsrijp als ze
tussen de zes en tien maanden oud is. Ongeveer
drie maanden na de paring werpt het vrouwtje ��n
welp, hoewel er soms een worp van twee welpen
kan geboren worden. De welp weegt bij de
geboorte ongeveer 170 gram. Het wordt gezoogd
door de moeder en tot een leeftijd van twee
maanden gespeend. Door het lage geboortecijfer,
en het feit dat niet alle welpen in leven
blijven, is de soort inmiddels ernstig bedreigd.
Als het om klimmen gaat, is de margay elke
andere kat de baas. Hij is zeer lenig en
gebruikt zijn scherpe klauwen als haken om zich
mee in de boombast vast te grijpen. Hij kan zijn
poten draaien, zodat hij zijn klauwen kan
gebruiken om zijn evenwicht te bewaren als hij
naar beneden klimt, en hij kan met zijn kop naar
voren langs een stam naar beneden rennen, wat
trouwens geen enkele andere kat kan. Er is eens
een margay gezien die op 21 meter hoogte in een
boom ondersteboven aan een achterpoot hing te
soezen. Daarna liep hij als een koorddanser over
de neerhangende lianen. De staart van de margay
is lang : ongeveer veertig procent van zijn
totale lengte, en dien om zijn evenwicht te
bewaren. Het is een schuw dier, dat overdag in
bomen slaapt. Vooral in de kleine uurtjes van de
nacht (tussen ��n en vijf uur) is de margay
actief en op zoek naar eten. Hoewel hij af en
toe fruit eet, is de margay toch een carnivoor
en geeft hij de voorkeur aan vlees. Hij eet zeer
verschillende soorten prooidieren, die hij
meestal boven in de bomen vindt, hoewel hij ook
op de grond jaagt. Tijdens de jacht in de bomen
is zijn lievelingskostje de grootorige boomrat,
maar hij eet ook eekhoorns, kapucijnaapjes,
kleine vogels en geleedpotigen, zoals spinnen en
insecten. Op de grond vangt hij meestal
knaagdieren zoals ratten en cavia's.
Over de hele wereld zijn naar schatting nog maar
10.000 margays over. In het verleden werd de
soort bejaagd om zijn prachtige, gevlekte vacht.
Tussen 1976 en 1984 werden ieder jaar zo'n
14.000 margayhuiden verhandeld. De margay is nu
een beschermde soort in praktisch heel zijn
leefgebied en de jacht op, en de handel in, zijn
vacht is verboden, maar dit soort praktijken
gebeuren in sommige streken nog illegaal.
|