Rubriek :
Historische figuren
Maria de M�dicis
(Florence 26 april
1573 - Keulen 3 juli 1642), koningin van Frankrijk, was een
dochter van Francesco I de'M�dicis, groothertog van Toscane, en
huwde 16 dec. 1600 Hendrik IV van Frankrijk. Na diens dood
(1610) werd zij regentes voor haar zoon Lodewijk XIII. Maria was
zeer heerszuchtig en had grote politieke ambities, zonder veel
bekwaamheid op politiek gebied te bezitten. Haar tot bigotterie
neigende vroomheid deed haar steeds ��n lijn trekken met Spanje
en de curie, ook als het Franse belang daarmee in het geheel
niet gediend was. Haar gunstelingen, onder wie vele Italianen,
verrijkten zich op schandelijke wijze. Dit gold vooral voor
Concini, die een belangrijke machtspositie ging innemen. Ook
Maria zelf droeg het hare bij tot het ontstaan van een
financi�le noodtoestand door haar weelderige hofhouding en haar
grootscheeps mecenaat (na 1615 bouw van het Palais du Luxembourg).
Al spoedig kwam het tot ernstig verzet van de prinsen van den
bloede, vooral Cond�, en de hoge adel tegen haar regime. Ook de
hugenoten roerden zich. Er ontstond een toestand van
binnenlandse strijd en anarchie. In 1614 riep Maria de Staten
Generaal bijeen, die, om aan de anarchie een eind te maken, een
sterk koningschap voorstond. In 1616 werd het verzet van Cond�
en zijn aanhang gebroken. In 1617 maakte Lodewijk XIII door een
soort staatsgreep een eind aan de heerschappij van zijn moeder.
Zij werd eerst in haar paleis, later te Blois onder strenge
bewaking gesteld. Samen met haar kwam Richelieu, die sinds enige
jaren haar gunsteling was, ten val. In febr. 1619 ontsnapte
Maria, waarna zij in verbond met de hoge adel en haar jongere
zoon Gaston d'Orl�ans de wapenen tegen Lodewijk XIII opnam.
Richelieu wist echter te bemiddelen, waardoor bij de Vrede van
Angoul�me (30 april 1619) het gevaar van een burgeroorlog werd
bezworen. Wel nam de partij van Maria nog eens de wapenen op,
maar onmiddellijk daarop kwam er weer een verzoening tot stand
(Verdrag van Angers, 10 aug. 1620).
Inmiddels was Richelieus ster gerezen en weldra mocht ook Maria,
die eerst nog door Lodewijk XIII op een afstand was gehouden,
naar het hof terugkeren. Haar mecenaat uitte zich in grote
opdrachten aan o.m. Peter Paul Rubens. Tijdelijk kreeg zij weer
grote macht, maar naarmate Richelieu, die in 1624 minister was
geworden, aan invloed won, ontstond een verwijdering tussen hem
en Maria, welke ten slotte een hofpartij om zich heen had die
het in alle opzichten met Richelieus politiek oneens was. Bijna
was het Maria gelukt Richelieu ten val te brengen, toen de
rollen plotseling omgekeerd werden: Maria zag zich gedwongen te
vluchten (1631). Zij ging met Gaston van Orl�ans naar Brussel,
waar zij tegen Lodewijk XIII en Richelieu bleef intrigeren. Zij
kreeg echter onenigheid met Gaston en bezorgde de regering te
Brussel, die aanvankelijk gemeend had politiek profijt van haar
aanwezigheid te kunnen trekken, alleen maar last.
In 1638 ging Maria naar de Republiek, waar zij overal met groot
eerbetoon werd ontvangen. Een Nederlandse missie werd naar
Parijs gezonden om te pogen moeder en zoon weer te verzoenen,
maar werd zeer onvriendelijk ontvangen. Maria ging vervolgens
naar Engeland, waar zij de eerste stappen deed om een huwelijk
tussen een dochter van koning Karel I en de latere stadhouder
Willem II te bewerkstelligen.