Matschieboomkangoeroe
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
glanzende matschieboomkangoeroe kan wel tien
meter van tak naar tak springen en voelt zich
dan ook prima thuis in de toppen van de bomen.
Dit roodbruine dier heeft een heel andere
levensstijl ontwikkeld dan zijn verwanten, de op
de grond levende wallaby's en kangoeroes. De
jongen van de matschieboomkangoeroe blijven
langer in de buidel dan bij andere buideldieren
het geval is.
Door houtkap in het regenwoud van
Papoea-Nieuw-Guinea wordt het leefgebied van de
matschieboomkangoeroe bedreigd. Ook wordt er
voor voedsel jacht op hem gemaakt. Hierdoor is
zijn aantal in tien jaar tijd gehalveerd. De
matschie maakt nu deel uit van een
overlevingsplan voor soorten, internationaal
opgezet door dierentuinen waarvan enkele een
populatie voor de voortplanting onderhouden.
Onderwijsprogramma's in Papoea-Nieuw-Guinea
moedigen het behoud van het leefgebied van de
matschie aan en ontmoedigen de jacht.
Deze kangoeroe is vooral tijdens de nacht actief
en leeft in de bomen. Hij komt zelden op de
grond en als dat wel het geval is loopt hij
liever dan hij huppelt. Hij begint te klimmen
door ��n meter omhoog te springen en zijn armen
om een boomstam te slaan. Daarna werkt hij zich
naar boven door met zijn gekromde klauwen de
schors vast te pakken en met zijn gebogen staart
het evenwicht te bewaren. Matchies zijn solitair
levende dieren die elkaar alleen opzoeken om te
paren. De helft van de tijd slapen ze, terwijl
ondertussen hun eten verteert. Elk mannetje
heeft een territorium van vier hectare dat
gedeeltelijk samenvalt met de kleinere
territoria van een aantal vrouwtjes. Soms gaan
de mannetjes gevechten aan, waarbij ze elkaar al
worstelend flink bijten en stevig met hun
voorpoten slaan.
Net als andere buideldieren brengen
boomkangoeroes hun jongen groot in een buidel.
Zo'n 32 dagen na de paring brengt het vrouwtje
haar buidel in orde ter voorbereiding van de
geboorte. Zodra het jong geboren is, kruipt het
blinde, naakte diertje, dat nog geen 25 mm lang
is, langs de buitenkant van de buidel omhoog om
zich aan ��n van de vier tepels aan de
binnenkant vast te klampen. Pas na ongeveer tien
maanden komt het kangoeroejong tevoorschijn om
de omgeving te verkennen. Zo'n twee maanden
later, als het bijna ��n jaar oud is, verlaat
het de buidel voorgoed en kan de moeder weer
paren.
De matschieboomkangoeroe eet vrijwel alleen
bladeren. Overdag eet hij om de vier uur
gedurende vijftien tot twintig minuten. Daarna
gisten de bladeren tijdens zijn slaap in een
deel van zijn maag dat als gistingskamer
fungeert, en worden de taaie vezels afgebroken
zodat het voedsel kan verteren. Soms zorgt hij
voor afwisseling in zijn voedsel door fruit,
bloemen, noten, schors, plantensap of
vogeleieren te eten. Een enkele keer steelt hij
jonge vogels uit een nest.
|