| 
													
														De
															Melanesische boa
													
													
 De Melanesische boa of Candoia
															caratina kan uiteindelijk ongeveer anderhalve
															meter lang worden en volwassen dieren zijn bijna
															net zo zwaargebouwd als de Pacifische grondboa.
															Ze wordt gemakkelijk herkend aan haar gladdere
															schubben en een duidelijker tekening. Deze
															bestaat uit een streep op de rug - met om en om
															zijstrepen, wat bijna een zigzagpatroon
															oplevert. De meest voorkomende kleuring is een
															baksteenrode streep tegen een lichtere
															achtergrond, maar sommige exemplaren (misschien
															van een andere eilandengroep) zijn lichtgrijs of
															roomkleurig met en fraai roodomlijnde grijze
															streep. Ze staat soms bekend als adderboa.
 Ze heeft een middelgrote behuizing nodig en
															wordt droog gehouden, in tegenstelling tot de
															Pacifische boa. Volwassen dieren voeden zich
															graag met muizen. Ze hebben een temperatuur van
															ongeveer 25-30 graden Celsius nodig, die tijdens
															de winter verlaag moet worden naar ongeveer
															twintig graden Celsius, als voortplanting
															gewenst is. Ze hebben worpen tot 65 jongen, die
															erg klein (20-25 cm) en dun zijn. Sommige van de
															jongen nemen pasgeboren muizen aan, maar andere
															moeten soms gedwongen gevoerd worden, tenzij er
															kleine hagedissen beschikbaar zijn.
 |