Rubriek : De
mens - algemeen
Mens en aap
In de orde der
primaten is de hedendaagse mens de enige soort van het geslacht
homo en dit geslacht is weer het enige van de familie Hominidae.
Met de mensapen (Pongidae) behoort de mens tot de Hominoidea.
Een
Romeins dichter vond terecht de grote gelijkenis tussen mens en
aap de voornaamste oorzaak van de belangstelling die de meeste
mensen voor deze dieren aan de dag leggen : Simia quam similis
turpissima bestia nobis, m.a.w. wat gelijkt een aap, dit
allerschandelijkst beest, toch op ons !
Mensapen vertonen, wat hun lichaamsbouw betreft, zoveel
overeenkomsten met de mens, dat wij er gemakkelijk toe komen om
de gedragingen van deze dieren met de onze te vergelijken en
zelfs op ��n lijn hiermee te stellen.
Door de kostelijke mimiek van de mensaap dringt zich bij velen
de gedachte op, dat het psychische leven van deze dieren wel
sterk verwant moet zijn aan het onze. Zij willen zelfs zover
gaan, dat zij zonder tegenzin de mensapen als hun 'voorvaderen'
erkennen. In deze soepele instelling schuilen echter grote
fouten.
De mimiek van een chimpansee is voor ons echter geen open boek;
alleen een ervaren dierenpsycholoog kan voorzichtig trachten de
gebarentaal van een aap op haar werkelijke waarde te beoordelen.
Ook zijn de mensapen, net als de mens zelf, producten van een
langdurige ontwikkeling. Het zijn dus 'moderne apen', die in
feite moeilijk de voorouders kunnen zijn van 'moderne mensen'.
Dat de mensaap en de mens in het verre verleden uit
gemeenschappelijke voorouders zijn voortgekomen, is een heel
andere mogelijkheid.
De overeenkomsten tussen de mens en de overige primaten liggen
op het gebied van de lichaamsbouw en de goede ontwikkeling van
de hersenen en daarmee ook van het psychische leven. Bovendien
is er ook een opmerkelijke overeenstemming in levenswijze, in de
manier van voeding, intensieve verzorging van pasgeborenen en
sociaal gedrag.
De lichamelijke verschillen tussen mensen en mensapen staan voor
een belangrijk deel in verband met onze rechtopgerichte
lichaamshouding en onze manier van voortbewegen op de bodem,
terwijl mensapen zich meestal in de bomen ophouden, waarvoor ze
zijn uitgerust met grijphanden en grijpvoeten en krachtig
gespierde, lange armen.
Een begin van de ontwikkeling in de richting van de mens was
ongetwijfeld een meer en meer onafhankelijk worden van de bomen
en het bos, een verandering van levensmilieu, wat verkorting van
de armen en een krachtige ontwikkeling van de benen noodzakelijk
maakte.