De
Mexicaanse koningsslang
De Mexicaanse koningsslang of
Lampropeltis mexicana. Er bestaan beschrijvingen
van drie, of mogelijk vier ondersoorten van deze
zeer variabele koningsslangen. Ze worden
ongeveer ��n meter lang en worden aangetroffen
in de bergachtige delen van Zuid-Texas en het
aangrenzende deel van Noord-Mexico, waar ze
enigszins beperkte verspreidingsgebieden hebben.
De grote variatie binnen de ondersoort biedt
veel mogelijkheden voor de gevorderde fokker,
maar de verzorging van sommige vormen is nogal
lastig, vooral wanneer het gaat om het
grootbrengen van de broedlingen, die
weigerachtig kunnen zijn om babymuizen te eten,
tenzij ze de geur van een hagedis meekrijgen.
Zelfs dan moet een afzonderlijk exemplaar soms
onder dwang gevoed worden.
In andere opzichten is hun verzorging dezelfde
als voor het geslacht. Voor deze bergslangen is
een afkoelingsperiode tot dertien graden Celsius
of minder essentieel, willen ze bevruchte eieren
produceren. Dit geldt vooral voor L.m. greeri en
L.m. thayeri. Alle ondersoorten kunnen zich
voortplanten wanneer ze twee jaar oud zijn, als
ze goed gevoed zijn, en het is mogelijk om ieder
seizoen twee legsels per vrouwtje te krijgen.
|