De
Mexicaanse roodknie-vogelspin
Orde
: Araneae - familie : Theraphosidae - geslacht :
Brachypelma en soort : Brachypelma smithi. De
roodknie-vogelspin, ook wel geclassificeerd als
Euathlus smithi, is ��n van de duizend soorten
grote, behaarde spinnen die in tropisch en
gematigd gebied voorkomen.
De levensgevaarlijk ogende Mexicaanse
roodknie-vogelspin komt tijdens de avond- en de
ochtendschemering uit zijn veilige hol te
voorschijn om te jagen en is niet echt
gevaarlijk. Hij rent eerder weg dan dat hij
voorbijkomende mensen bijt, al is een vrouwtje
dat haar eieren bewaakt veel vijandiger. Hij is
de ster in talloze films, maar ook ��n van de
meest gewilde huisdieren. Zo gewild zelfs dat de
handel strikt gereguleerd is. Toch zijn deze
gevoelige dieren in het wild moeilijk te vinden.
De roodknie kan de zware Mexicaanse hitte aan
door overdag in een koel, schuinstaand hol te
verblijven. Dit hol met zijn onregelmatige
opening zit verborgen tussen het struikgewas of
de rotsen en is tot ��n meter lang. In
noodgevallen maakt de spin ook gebruik van
holtes onder overhangende stenen. Als hij in de
schemering te voorschijn komt, verzorgt hij zich
eerst een paar uur uitgebreid. Hij is gevoelig
voor bodem- en luchttrillingen en reageert op de
meeste verstoringen door dekking te zoeken. De
rode knie�n doorbreken zijn donkere vorm voor
een betere camouflage. Bij een aanval draait hij
zijn rug naar zijn belager en laat met zijn
achterpoten fijne haren van zijn achterlijf
wegspringen. Hun weerhaken werken zich in diens
huid, met als gevolg vreselijke jeuk of
tijdelijke blindheid.
De paring valt samen met de Mexicaanse
zomerregens. Het mannetje legt grote afstanden
af om een vrouwtje te zoeken en bereidt zich op
de paring voor door regelmatig sperma van zijn
genitale opening naar het uiteinde van zijn
palpen (voorste tastorganen) over te brengen.
Als hij een vrouwtje heeft gevonden, benadert
hij haar voorzichtig uit angst dat ze hem opeet.
Met de haken van zijn voorste poten houdt hij
haar gifkaken vast om haar te ontwapenen en duwt
elke palp in haar met eitjes opgezwollen
achterlijf voor hij zich terugtrekt. Het
vrouwtje spint de eitjeszak in haar hol, legt de
eieren en bewaakt ze enkele maanden.
De meeste spinnen maken een web om hun prooi te
vangen, de roodkniespin zit gewoon bij de ingang
van zijn hol en wacht tot er een maaltje voorbij
komt. Hij jaagt op kleine insecten; het
volwassen dier eet krekels, duizendpoten,
kevers, andere spinnen en muizen. Op een goede
maaltijd kan de spin enkele maanden teren.
Deze spin is waarschijnlijk de populairste grote
spin in de huisdierenhandel. In de twintigste
eeuw werd ze met duizenden uit het wild
ge�xporteerd en tegen 1985 was de IUCN zo
bezorgd, dat ze voorstelde om de handel te
reguleren.
|