Rubriek :
Historische figuren
Michelangelo Caravaggio
Caravaggio,
Michelangelo Merisi da (Milaan okt. 1571 - Porto Ercole 18 juli
1610), Italiaans schilder, ging na een leertijd in Milaan als
jong schilder naar Rome, waar hij stillevens en genreachtige
taferelen vervaardigde. Te midden van de laat-mani�ristische
Romeinse tradities trokken deze de aandacht door hun eenvoudige,
naturalistische opvatting (Jongen met fruitmand, Gall. Borghese,
Rome; Fruitmandje, Ambrosiana, Milaan; Jonge Bacchus, ca. 1598;
Uffizi, Florence). Dit werk ontstond in opdracht van
Caravaggio's beschermheer kardinaal Francesco del Monte bij wie
hij in huis woonde en voor wie hij in olieverf een
mythologisch-alchemistische plafondschildering maakte in het
studeervertrek (Casino Ludovisi; na de jaren zeventig ontdekt).
In 1597 kreeg hij zijn eerste offici�le religieuze opdracht.
Voor de cappella Contarelli in de S. Luigi dei Francesi maakte
hij drie voorstellingen op doek (de frescoschildering, in Rome
zo gewild, lag hem niet) uit het leven van de H. Matte�s (1599),
waarin zijn meest opvallende eigenschappen verrassend naar voren
traden: zijn menselijke, realistische benadering van het
religieuze onderwerp en zijn dramatische, uit sterke contrasten
opgebouwde lichtbehandeling.
Op deze beide elementen zou Caravaggio's kunst voortaan
gebaseerd zijn. Voordat hij in 1606 wegens doodslag naar Napels
moest vluchten, vervaardigde hij in Rome werken als De bekering
van Paulus en de Kruisdood van Petrus (ca. 1600; S. Maria del
Popolo), de Graflegging (1602; Pinacoteca Vaticana) en de Dood
van Maria (1605-1606; Mus�e du Louvre, Parijs; door de
opdrachtgevers geweigerd wegens het gewaagde realisme).
In Napels, daarna op Sicili� en op Malta, kwam Caravaggio's
kunst in een nieuwe fase: in plaats van zijn vroegere krachtige
coloriet gebruikte hij sobere, bijna monotone schakeringen van
bruin en grijs. De figuren, minder plastisch behandeld, kregen
een soms bijna schimmig karakter en wekken hier en daar de
indruk van niet voltooid te zijn. Doeken als de Opwekking van
Lazarus (1609, Museo Nazionale, Messina), de Zeven werken van
barmhartigheid (1607, Pio Monte della Misericordia, Napels) of
de Onthoofding van Johannes de Doper (1608, dom van La Valletta,
Malta) geven in alle directheid en eenvoud prachtige voorbeelden
van Caravaggio's kunst. In deze jaren ontstond ook het enige
representatieve portret: Alof de Wignacourt, grootmeester van de
Maltezer orde (1608, Mus�e du Louvre, Parijs). Hoewel hij zijn
doeken alleen schilderde en geen helpers of leerlingen had, was
zijn invloed zeer aanzienlijk.