Rubriek : De
mens - algemeen
De Middeleeuwen
De
term middeleeuwen wordt gebruikt om een periode in de
geschiedenis van West-Europa aan te duiden, die duidelijk anders
was dan de oudheid, die eraan voorafging. De humanisten van de
vijftiende eeuw die deze term hebben bedacht, wilden ermee
aangeven dat het een zeer middelmatige, zelfs duistere periode
was, vergeleken bij de schittering van de oudheid, die zijzelf
pas weer ontdekt hadden.
De waarheid ligt, zoals gewoonlijk, in het midden. Ongetwijfeld
was er na het verdwijnen van de Romeinse beschaving in
West-Europa sprake geweest van achteruitgang. Steden raakten
ernstig in verval of verdwenen zelfs helemaal. Het uitgestrekte
wegennet werd niet meer onderhouden. De grote eenheid van het
Romeinse Rijk maakte plaats voor verbrokkeling in afzonderlijke
rijkjes. De handel ging achteruit, zodat iedere streek alleen
nog maar voor de eigen bewoners zorgde. In dit sombere beeld
kunnen echter ook wel wat lichtere plekken worden aangewezen.
Het Germaanse volk van de Franken stichtte een groot rijk, dat
wat omvang betreft wel een beetje op het oude Romeinse Rijk
leek. De handel onderging in de achtste eeuw ook rond de
Noordzee een krachtige opleving. En de kerk tenslotte bewaarde
in haar boezem de nalatenschap van de oudheid. De werken van
klassieke schrijvers werden door ijverige monniken langzaam,
maar gestaag overgeschreven en bleven zo bewaard voor het
nageslacht. Een eigen karakter hebben de middeleeuwen zeker
gehad, maar achteruitgang en domheid kan men die periode zeker
niet als stempel opdrukken. Laten we het houden op een tijd van
overgang en verandering, zoals iedere periode in de geschiedenis
dat in wezen is.