Rubriek : De
mens - algemeen
Mohammed, profeet van Allach
en stichter van de islam
Het
Arabisch schiereiland, dat in het uiterste zuidwesten van Azi�
ligt, was in de oudheid een onbekend land. Met zijn uitgestrekte
zand- en steenwoestijnen was het weinig gastbrij en evenmin
aanlokkelijk voor veroveraars. In het westelijk en het
zuidwestelijk gedeelte waren de omstandigheden voor landbouw nog
tamelijk gunstig. Daar hadden zich landbouwers en ambachtslieden
gevestigd. In het overige gedeelte trokken nomadenstammen rond,
die zich hadden toegelegd op de veeteelt. Hun godsdienst was
gebaseerd op de verering van allerlei natuurverschijnselen, in
het bijzonder de hemellichamen.
Ook andere godsdiensten vonden bij de Arabieren een
voedingsbodem. Zo kenden ze ook bijbelse voorstellingen en
joodse opvattingen. Een belangrijk godsdienstig middelpunt was
en is de Ka�ba te Mekka. In ��n van de hoeken is de beroemde
Zwarte Steen gemetseld die de aartsengel Gabri�l aan Abraham zou
hebben gegeven. In Mekka werd Mohammed geboren in 571 na
Christus. Zijn vader schijnt hij al vroeg verloren te hebben.
Verder is ons over zijn jeugd maar weinig bekend. Op
twaalfjarige leeftijd zou hij met zijn oom een reis hebben
gemaakt. Ook zou hij gedurende een korte periode in een
christelijk klooster hebben vertoefd. Op latere leeftijd trouwde
hij met een rijke weduwe, Chadidja geheten.
Mohammed was niet tevreden met de godsdienst van zijn
landgenoten. Zou Allah, de enige God, misschien ook de Arabieren
een profeet zenden, zoals dat bij de joden en de christenen het
geval was geweest ? Om over al die zaken rustig te kunnen
nadenken, trok Mohammed zich vaak terug in een grot in de
bergen, soms maanden achtereen. Daar kreeg hij op zeker ogenblik
visioenen van de aartsengel Gabri�l, die hem opdroeg om te gaan
prediken. Mohammed was aanvankelijk zo geschrokken, dat hij
dacht zijn verstand verloren te hebben. Hij vertelde wat hem was
overkomen aan zijn naaste verwanten, die hem geloofden. Allah
had hem, Mohammed, als profeet uitverkoren ! In 1614 trad hij in
de openbaarheid met zijn nieuwe leer : 'Er is maar ��n God en
Mohammed is zijn profeet'.
Veel succes had hij in het begin niet; hij werd uitgelachen,
beschimpt en vervolgd. Hoeveel aanhangers hij ook kreeg, zijn
tegenstanders waren veel talrijker. Men beraamde zelfs een plan
om hem te doden. Vrienden van Mohammed waarschuwden hem echter
op tijd. De profeet vluchtte in het holst van de nacht, samen
met zijn vriend Aboe Bekr. Ze trokken naar Medina, waar ze met
grote geestdrift werden ontvangen. Mohammeds vlucht uit Mekka in
622 was zo belangrijk, dat de latere mohammedaanse jaartelling
het jaar 622 als beginpunt heeft genomen. Was het werk van de
profeet in Mekka vruchteloos geweest, in Medina groeide zijn
aanhang ongelooflijk snel. Spoedig ging Mohammed tot de
tegenaanval over en in 630 veroverde hij Mekka.
Zijn vroegere vijanden behandelden Mohammed zeer barmhartig, met
als gevolg dat ze zijn vurigste aanhangers werden. In het jaar
632, toen bijna heel Arabi� de leer van Mohammed had aanvaard,
werd de profeet ernstig ziek. Volgens boze tongen was dit het
resultaat van een langzaam werkend vergif. Mohammeds toestand
verslechterde snel. Toen hij de dood voelde naderen, riep hij
zijn trouwste volgelingen bij zich. Hij raadde hun aan zijn
goede vriend Aboe Bekr als zijn opvolger te aanvaarden. De
uitspraken van Mohammed zijn door zijn volgelingen nauwgezet
opgeschreven. Aboe Bekr bundelde ze tot de koran, de heilige
schrift van de mohammedanen. De leer van de mohammedanen is de
islam, wat 'onderwerping' betekent, onderwerping aan de wil van
Allah.
(foto : een bladzijde uit de koran)