Het
muildierhert
Orde
: Artiodactyla - familie : Cervidae - geslacht :
Odocoileus en soort : Muildierhert. Het
muildierhert behoort tot dit geslacht, samen met
het witstaarthert. Beide hebben hetzelfde
leefgebied, maar witstaartherten komen verder
naar het zuiden voor.
Met oren die bijna net zo lang zijn als zijn kop
is het muildierhert zeer gevoelig voor geluid,
en kan het zelfs het geringste lawaai waarnemen
in zijn vreedzame omgeving. Bij het eerste teken
van gevaar springt het weg, op zoek naar een
geschikte schuilplaats. Zijn leefgebied varieert
van tropisch bos tot droge woestijn in warme en
koude klimaten.
Het muildierhert leeft het liefst in gebieden
waar meer dan genoeg vegetatie is om zich in te
verstoppen, maar mijdt dichte bebossing. Hoewel
sommige mannetjes solitair leven, leven de
meeste muildierherten in kleine kuddes van ��n
sekse of familiegroepen. Familiegroepen bestaan
normaal gesproken uit ��n vrouwtje en haar
jongen. Buiten het paarseizoen komen in de
winter verschillende kleine groepen samen als
bescherming tegen roofdieren. Hoewel dit hert
snel kan rennen en goed kan zwemmen, geeft het
de voorkeur aan springen boven rennen. Wanneer
��n dier wegspringt voor een roofdier, komt er
een speciale geur vrij uit de klieren in zijn
hoeven, die andere muildierherten waarschuwt.
In de paartijd concurreren mannetjes om vrouwtje
en vallen elkaar aan met hun gewei. Het winnende
mannetje bewaakt een vrouwtje totdat ze wil
paren, maar na het paren trekt hij verder om een
nieuwe partner te vinden. Ongeveer zeven maanden
later werpt het vrouwtje maar liefst vier
jongen, die al binnen een paar uur kunnen staan.
Ze schuilen vier weken in het struikgewas,
gecamoufleerd door hun gevlekte vacht die hen in
het gebroken licht doet opgaan. Jonge mannetjes
verlaten hun moeder binnen een jaar, maar jonge
vrouwtjes blijven soms een paar jaar bij haar.
Vroeg in de morgen, laat in de middag en vroeg
in de avond zijn de meeste geliefde etenstijden
voor het muildierhert, omdat het de rest van de
dag rustend doorbrengt op een beschutte plek.
Terwijl het eet, blijft het alert voor gevaar.
Zijn ogen staan wijd open en zijn oren rechtop.
Het hert eet grassen, kleine planten en kruiden,
net als scheuten, jonge twijgen en bladeren van
struiken en bosjes. In de herfst worden
paddestoelen en noten aan het menu toegevoegd.
Wanneer er een voedseltekort is, eet hij ook
korstmos. Omdat zijn voedsel weinig energierijk
eten bevat, moet deze grazer de hele dag eten
zoeken om genoeg naar binnen te krijgen, vooral
in de winter.
Amerikaanse indianen hebben muildierherten
geprezen om hun vlees en huiden, maar jagen was
toen voor de soort geen echte bedreiging. Nadat
de Europeanen in de zeventiende eeuw in
Noord-Amerika arriveerden, zorgden hun
jachtpartijen ervoor dat de dieren bijna
uitstierven. Strenge wetgeving in de twintigste
eeuw leidde tot zodanig herstel dat gereguleerde
jacht nu in sommige gebieden zelfs is
toegestaan.
|