Rubriek :
Archeologie
Muntslag
Naarmate de economie
belangrijker werd, ontwikkelde het muntgeld zich tot een door
iedereen erkende waardestandaard, die de ruilhandel verving. In
het muntstelsel werd ook de plaatselijke of nationale identiteit
tegenover de buitenwereld benadrukt. Aanvankelijk had de munt de
waarde van het metaal dat erin verwerkt was, maar langzamerhand
kregen munten een bepaalde waarde die niet meer met het metalen
gewicht correspondeerde. Munten zijn door de jaren heen steeds
veranderd en de methode van aanmunten, heruitgave en
veranderingen in het ontwerp weerspiegelen de veranderende
economische en politieke omstandigheden.
Ze
verschaffen archeologen vaak belangrijke informatie, omdat ze
gewoonlijk nauwkeurig gedateerd kunnen worden. Door
stratigrafische technieken toe te passen, kunnen munten gebruikt
worden om andere artefacten en hun vindplaatsen te dateren.
Lydische
munten : de eerste munten
Voor zover bekend werden de eerste munten in de zevende eeuw
voor Christus in Lydi� (Turkije) geslagen. Ze waren van
elektron, een legering van goud en zilver, hadden een bepaald
gewicht en droegen een merkteken van de Lydische koning als
garantie voor hun waarde. Er waren drie verschillende munten : 1
stater (die iets meer dan veertien gram woog), 1/6 en 1/24
stater. Later werden gouden en zilveren munten geslagen. Hun
gewichten werden de voorlopers van de standaard die voor
Perzische munten werd gebruikt. (foto van de drie eerste munten)