|
Deze
vis komt veel voor in de Amazone, in het westen van
Guyana en in de Rio Negro. De vrouwtjes zijn groter dan
de mannetjes en worden ongeveer zes cm. lang. De
gewoonten bij het paaien zijn bij deze vis hetzelfde als
bij de dwergnannostomus. Het mannetje maakt tijdens zijn
voorbereidingen voor het paaien typerende
zwiepbewegingen, waarbij hij zijn staartvin van boven
naar beneden beweegt. Dan benadert hij het vrouwtje van
opzij en zwemt naar de waterplanten toe, alsof hij haar
de weg wil wijzen. Vrouwtjes met onontwikkelde eieren
nemen hun nachtkleuren aan en proberen aan het mannetje
te ontsnappen door zich tussen de planten te verstoppen.
Vrouwtjes met rijpe eieren zijn gewoonlijk in de lengte
gestreept en volgen het mannetje. Zij legt haar eieren
op planten met zowel brede als met fijne bladeren. De
eieren zijn relatief groot met een diameter van 1,5 mm.
De embryo's ontwikkelen zich binnen de 24 uur in het ei.
Deze soort is niet gemakkelijk te kweken.
|