Rubriek :
Historische figuren
Niccolo Machiavelli
Machiavelli, Niccol�
(Florence 3 mei 1469 - aldaar 22 juni 1527), Italiaans
geschiedschrijver, werd ambtenaar van zijn vaderstad en in 1498
secretaris van de tweede kanselarij; hij ontwierp een
reorganisatie van de burgermilitie, maakte vele
gezantschapsreizen en vertoefde, als agent van Florence, enige
tijd bij Cesare Borgia. Nadat in 1512 de Medici waren hersteld,
werd Machiavelli in 1513 verbannen. Zijn meest bekende werken,
Il principe (De vorst, ook wel vertaald als De heerser) en
Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio (= Gesprekken over de
eerste tien boeken van Titus Livius), die tijdens zijn
ballingschap zijn geschreven, hebben beide betrekking op de
vraag naar de oorzaken van verval en opkomst van staten, alsmede
naar de wijze waarop staatslieden staten in stand kunnen houden.
In De vorst, waarvan het eerste manuscript gereed was in 1513,
betoogt hij dat een regering, om v��r alles te streven naar het
handhaven van de macht, niet de regelen van de moraal behoeft
toe te passen, maar dat haar alle middelen tot dit doel zijn
geoorloofd. Politiek is volgens Machiavelli doel in zichzelf,
t.w. behoud en vergroting van macht, met het succes daarin als
enige maatstaf. Hij had geen behoefte aan een dienst aan een God
en hij bestempelde de toenmalige religie als een verzinsel en
volksbedrog. Voor het verscheurde Itali� van zijn tijd zag hij
als oplossing de instelling van een absolute monarchie. In de
Discorsi, die hij tussen 1516 en 1519 schreef, boog hij zich
over de vraag welke staatsvorm steden grootheid bracht.
Machiavelli koos hiervoor een republikeinse regeringsvorm. Voor
staten die zich reeds geruime tijd hadden gevestigd, achtte hij
evenwel een aandeel van het volk in het bestuur noodzakelijk.
Machiavelli heeft geen systematische politieke theorie
ontwikkeld, doch zijn politieke idee�n in de vorm van losse
opmerkingen over bijzondere historische situaties en voorvallen
naar voren gebracht. In 1519 keerde hij terug naar zijn
vaderstad. Door bemiddeling van Giulio de' Medici kreeg hij de
offici�le opdracht voor een Geschiedenis van Florence. Hij
schreef deze Istorie fiorentine (waarvan acht boeken gereed
kwamen) geheel naar het antieke voorbeeld (Livius), om aan te
tonen hoe noodlottig de verdeeldheid is. Hij geeft blijk van een
ruime mensenkennis en van cynisme, door alles aan boze driften
en eigenbaat toe te schrijven. Net als vele van zijn tijdgenoten
stelde hij de Rooms-Katholieke Kerk verantwoordelijk voor de in
Itali� heersende politieke corruptie en het morele verval. Zijn
stijl is voortreffelijk; hij staat kritisch ten opzichte van de
bronnen. Als echt humanist nam Machiavelli ook actief deel aan
het literaire leven van zijn dagen: men heeft van hem de
uitstekende (lichtzinnige) komedie La mandr�gola (ca. 1513),
schitterend van observatie en karaktertekening; een tweede, La
clizia (1525); de knappe novelle Belfagor Arcidiavolo; een
onvoltooid gebleven satire L'asino d'oro; voorts prachtig
geschreven brieven; ten slotte moet hij ook de auteur zijn van
een aantal (anonieme) carnavalsliederen van zeer wuft karakter.