Rubriek :
Archeologie
Nieuwe nederzettingen
Na de ontdekking
door de Europeanen van nieuw land in Amerika, Afrika en Azi� in
de vijftiende en zestiende eeuw, bloeiden mogelijkheden voor
handel op en de meeste Europese landen wilden graag hun
economisch belang vergroten. De zoektocht naar goud, specerijen,
slaven en andere zaken vond plaats onder leiding van Spanjaarden
en Portugezen en al snel deden ook Frankrijk, Engeland en de
Nederlanden mee.
Het werd ook spoedig duidelijk dat de nieuwe gebieden niet
alleen voor de handel belangrijk waren. In heel Europa ontstond
bevolkingsdruk, waardoor naarstig naar nieuw land en hulpbronnen
werd gezocht en de nieuwe kolonies leken daarvoor een oplossing
te bieden. Het aanvankelijke probleem was overleven. Velen in de
kolonie stierven door ziekte of honger binnen het eerste jaar en
het enig beschikbare werk was lichamelijk zeer zwaar. Bovendien
moesten de pioniers voor advies over fauna en flora hun
toevlucht zoeken bij de inheemse bevolking. Dit advies werd
betaald in goederen die de inheemse bevolking wilde - kralen,
ijzeren gereedschap en mettertijd vuurwapens in plaats van hun
eigen pijlen en bogen. Wat er dus gebeurde, was dat technisch
hoogstaande Europese samenlevingen in rechtstreeks contact
traden met plaatselijke culturen uit de Steentijd en de rechten
van de inheemse bevolking werden dan ook zelden ge�erbiedigd.
Een koloniale nederzetting : St. Mary's City in de Verenigde
Staten
Op
27 maart 1634, na vier maanden op zee, voer een groep van 140
Engelse katholieke kolonisten Chesapeake Bay aan de Amerikaanse
oostkust binnen. Na een verkenning van de Potomac werd een
overeenkomst gesloten met de Yaocomico en begonnen de pioniers
met de bouw van een magazijn en een versterkte wachtpost.
Deze nieuwe nederzetting werd St. Mary's gedoopt en in de
daaropvolgende 61 jaar ontwikkelde de stad zich tot de hoofdstad
van Maryland, waar de kolonisten huizen, vergaderplaatsen en een
kapel met een kerkhof hadden gebouwd. Het terrein van de
oorspronkelijke nederzetting is behouden gebleven door de
opening van een koloniaal museum en archeologen hebben al
artefacten, graven en funderingen blootgelegd. Door aan te
sluiten bij eerdere opgraving op het terrein van St. Peter's
hoopten archeologen meer te weten te komen over het huis van de
gouverneur en in staat te zijn dit in verband te brengen met
locaties als het kerkhof en het fort.
Door analyse van verschillende artefacten en gevonden
funderingen op diverse locaties konden archeologen veel leren
over de leefomstandigheden en de levenswijze van de kolonisten.
De lokalisatie van de muren van wat wellicht het eerste en
mooiste bakstenen gebouw in de Nieuwe Wereld is geweest, was
voor archeologen het opwindendste resultaat. Details van de
constructie, het resultaat van analyse van funderingen en
archiefonderzoek leverden een beeld op van een groot gebouw,
opgetrokken van plaatselijke bakstenen en met terracotta
dakpannen. De bouw van St. Peter's (waarschijnlijk 1670-1680)
bewijst dat de kolonisten goed in hun stad gevestigd waren en
een vorm van plaatselijk bestuur hadden ingesteld. Dit
zelfvertrouwen berustte gedeeltelijk op een goede relatie met de
inheemse bevolking, die hen op weg had geholpen bij het telen
van tabak en het vinden van voedselbronnen. Tabak speelde een
vitale rol in de economie van de kolonie en werd het
belangrijkste artikel waarvan de economie van de gemeenschap
afhing. Deze te grote afhankelijkheid van ��n gewas en de
verplaatsing van de Marylandse hoofdstad naar Annapolis in 1695
leidden tot het uiteindelijke verval van de stad. ( foto : de
komst van de kolonisten - schilderij )