De
nijlkrokodil
Orde
: Crocodylia - familie : Crocodylidae - geslacht
: Crocodylus en soort : Nijlkrokodil. De
Nijlkrokodil is ��n van de grootste van de
dertien soorten van de Crocodylidae-familie.
Gekleed in een harnas van beenachtige platen en
bewegend als een tank, lijkt de nijlkrokodil wel
een wezen uit de prehistorie. Met zijn lange
staart, die gebruikt wordt om snel door het
water te kunnen bewegen, en zijn grote kaken met
ruim zestig puntige tanden, is dit reptiel een
dodelijke jachtmachine. Hoewel zijn naam anders
suggereert komt de nijlkrokodil in veel delen
van Afrika voor. Hij leeft in meren, rivieren en
moerassen, en soms langs stranden of net buiten
de kust. Deze krokodillen wagen zich zelden ver
van het water. Alleen als hun water opdroogt,
zullen ze het land opgaan om een nieuwe plek te
vinden.
Krokodillen zijn vleeseters en eten vis,
schildpadden en zoogdieren zoals zebra's, jonge
nijlpaarden, katachtigen en zelfs mensen. Jonge
krokodillen eten kleine prooien zoals kikkers en
insecten. Om eten te vangen gebruiken volwassen
exemplaren allerlei jachttechnieken, van het
bestormen van een prooi tot het opdrijven van
scholen vis met hun staart. Ze liggen vaak uren
te wachten aan de rand van het water, waar
alleen hun ogen bovenuit steken, tot andere
dieren er komen drinken. Hij grijpt zijn prooi
door plotseling uit het water te schieten,
waarbij hij de kop van de prooi tussen zijn
kaken neemt, of hem met zijn staart tegen de
vlakte slaat. Vreemd genoeg kan een nijlkrokodil
wel een jaar zonder voedsel.
De nijlkrokodil komt in de meeste van zijn
leefgebieden in grote aantallen voor, maar is
zeer zeldzaam in Egypte en wordt bedreigd in
West-Afrika. Een in Zuid-Afrika ingevoerde en
wijdverspreide plant die paraffienbos wordt
genoemd, zorgt ervoor dat krokodillen hun nesten
verlaten. Ze worden ook bedreigd door
riviervervuiling en stropers, die de krokodil
doden om zijn huid. In sommige Afrikaanse landen
zijn ze beschermd.
Voor zo'n wreed uitziend dier, is de
vrouwtjeskrokodil een enorm zorgzame moeder. Na
het paren graaft ze een nest in een zandige
oever en legt daar ongeveer vijftig eieren in,
die uitgebroed worden door rottend
nestmateriaal. Ze blijft in de buurt om
roofdieren op afstand te houden. Als de eieren
uitkomen roepen de jongen met tsjirpende
geluidjes om hun moeder. Het vrouwtje graaft ze
uit en brengt ze in haar bek naar nabijgelegen
water. De kleintjes verblijven in een goed
beschermde omgeving met de jongen van het vorige
seizoen. Ze verlaten de groep pas als ze
ongeveer twee jaar oud zijn.
Volwassen dieren leven in groepen van twintig of
dertig tot soms een paar honderd krokodillen. Er
is een strikte rangorde. Grote, dominante
mannetjes verjagen de kleinere exemplaren, maar
er wordt opvallend weinig gevochten. Tegen de
middag gaan ze naar het water om te jagen. Soms
slikken ze stenen als ballast, zodat ze lager in
het water liggen en minder zichtbaar zijn.
|