Noordelijke krekelkikker
De
Acris crepitans leeft in ondiepe plassen en
langzaam stromende riviertjes. Hij wordt
anderhalve tot vier cm lang.
Dit kikkertje is een slechte klimmer en brengt
zijn leven door op het land en in het water. In
tegenstelling tot de in de bomen levende
boomkikkers, die niet makkelijk springen, hupt
en springt de krekelkikker en hij kan met ��n
sprong een afstand van wel 36 keer zijn eigen
lichaamslengte overbruggen.
De voortplanting begint in april in het noorden
van het areaal, in het zuiden al in februari.
Duizenden kikkers verzamelen zich om te roepen
en te paren; de roep van het mannetje is een
schel, metalig klikkend geluid. De eieren worden
op waterplanten gelegd in kleine klompjes of per
stuk. bij warm weer komen ze na vier dagen uit,
maar het duurt langer als de temperatuur onder
de 22 graden C. is.
|