Noordse
kakkerlak
Ectobius
lapponicus - familie Ectobiidae.
In tegenstelling tot de bakkerstor en
aanverwanten is deze soort inheems in Europa. De
Noordse kakkerlak wordt dertien mm. lang en is
bruinzwart. De mannetjes hebben goed ontwikkelde
dekschilden en vleugels, waarvan ze ook veel
gebruik maken. De dekvleugels van het wijfje
zijn korter, haar vliegvleugels sterk
gereduceerd.
Verspreiding : over heel Europa, tot Lapland,
verspreid in bos- en heidegebieden. Men vindt ze
vaak op en in de strooisellaag - de mannetjes
meestal in lage begroeiing, de wijfjes op de
grond. Boskakkerlakken zijn overdag actief en
voeden zich met allerlei organisch afval, maar
ook met kleinere diertjes. Jeugdstadia : op het
ontbreken van vleugels na lijken de larven op de
volwassen dieren.
|