De
Noordse pijlstormvogel
Orde
: Procellariiformes - familie : Procellariidae -
geslacht : Puffinus en soort : Noordse
pijlstormvogel. Deze familie van pijlstormvogels
en stormvogels kent zeventig soorten.
Hij brengt het grootste deel van zijn leven
vliegend over de Atlantische Oceaan door, maar
hij broedt op afgelegen eilanden. Om zijn
overlevingskans te vergroten, komt deze zeevogel
in de nacht aan land om ��n enkel ei te leggen,
en brengt hij zijn jong groot in een hol.
Langzaam als hij is op vaste grond, is hij van
deze geheimzinnigheid afhankelijk om roofdieren
te slim af te zijn.
Helemaal thuis in de lucht, maakt de Noordse
pijlstormvogel gebruik van de thermiek die door
de golven wordt voortgebracht, om zijn vlucht
kracht bij te zetten. Hij klappert langzaam met
zijn vleugels en zweeft voor langere periodes,
gewoonlijk blijft hij binnen tien meter van het
oceaanoppervlak. Met zijn zwakke poten die ver
achteraan zijn lijf zitten, is hij een slechte
loper en niet goed aangepast aan het leven op
het land. Voordat de winter intreedt, trekt deze
in groepen levende vogel naar de oostkust van
Zuid-Amerika of naar Zuid-Afrika.
Aangekomen bij eilanden, vormen pijlstormvogels
grote kolonies dichtbij de zee. De vogels landen
alleen onder de beschutting van de avond. Ze
kiezen hellende grond uit die vrij is van
roofdieren, en gebruiken hun snavels en poten om
een hol te graven met een kamer aan het einde.
Ze kunnen ook bezit nemen van verlaten
konijnenholen. Tijdens het paarritueel strijkt
het paar elkaars veren glad en zingt samen,
vooral tijdens de nacht. Het vrouwtje legt ��n
ei, en beide ouders broeden om beurt het ei
gedurende zo'n 55 dagen. Twee dagen na het
uitkomen laten de ouders het kuiken overdag
alleen en voeren hem 's nachts een stinkende,
olieachtige substantie die bestaat uit deel
verteerd voedsel. Ze verlaten het jong wanneer
hij zijn volledige verenkleed heeft, met negen
tot elf weken.
Noordse pijlstormvogels voeden zich uitsluitend
op zee, zowel overdag als 's nachts, afhankelijk
van de prooi. Als ze jagen op pijlinktvis,
wachten ze tot ze 's nachts aan het oppervlak
komen. Wanneer andere prooi zoals kleine vissen
en schaaldieren aanwezig zijn, vangen
pijlstormvogels ze overdag. Om hun voedselinname
aan te vullen volgen ze vissersboten, wachtend
op een feestmaal van afgedankte vis. Als ervaren
jagers, gebruiken ze verschillende manieren om
hun prooi te vangen. Ze kunnen aan de
oppervlakte blijven, gebruik makend van hun
snavels om hun vangst te grijpen. Maar ze duiken
ook onder water, waarbij ze hun vleugels
gebruiken om te 'vliegen' en ze vooruit te
drijven.
Met een geschatte wereldpopulatie van zo'n
250.000 tot 300.000 broedende paren, doen deze
migranten het zeer goed. Er is echter een afname
in sommige gebieden, zoals de Azoren en Madeira,
als gevolg van menselijke exploitatie.
|