Rubriek :
Carine's Kattenpagina
De
Noorse Boskat
De
Noorse Boskat of de Viking-kat. Een groot, langharig Noors ras.
In Noorwegen wordt hij officieel Norsk Skogkatt genoemd. In de
negentiende eeuwse Noorse folklore is het een betoverde kat, een
sprookjeskat. In Frankrijk wordt hij Chat des Bois Norv�giens
genoemd, in Duitsland Norwegische Waldkatze en zijn Engelse
benaming luidt Norwegian Forest Cat. In Nederland en Belgi�
wordt hij soms liefkozend 'de Noor' genoemd.
Uiterlijk
Een grote, lange kat, met lange, stevige poten, langharig, met
een volle kraag, een volbehaarde staart en pluimpjes op de oren.
Qua grootte lijkt hij op de Maine Coon. De lange bovenvacht is
glanzend en waterafstotend. De zachte, dikke ondervacht
beschermt hem tegen de kou. De wintervacht is dikker dan de
zomervacht. Dit betekent eens per jaar sterk verharen.
Legendes
In de Noorse mythologie wordt gewag gemaakt van reusachtige
katten. E�n daarvan was zo zwaar, dat zelfs de god Thor niet in
staat was om hem op te tillen. De zegekar van Freya, de blonde,
blauwogige godin van de liefde en schoonheid, werd door twee
sterke katten getrokken. Stervelingen die bakken melk in hun
velden voor katten klaarzetten, konden rekenen op haar
bescherming ten aanzien van hun gewas. Van Freya is onze
'vrijdag' afkomstig. Dit werd een populaire dag om op te
trouwen. Als de zon tijdens een trouwdag scheen, werd van de
bruid gezegd dat ze 'de kat goed te eten had gegeven', dat wil
zeggen dat ze de katten van de godin niet had beledigd. Die
laatste had op haar beurt voor zon op de trouwdag gezorgd.
Katten dienden de godin Freya omdat hun vruchtbaarheid een
afspiegeling was van die van haar. De vroege christenen deden
Freya als heks in de ban. Ook katten werden als kwade krachten
beschouwd en werden, in handen van vromen, op allerlei manieren
gemarteld en gedood.
De feiten
Hoe de Noorse Boskat in Noorwegen terecht kwam weten we niet
echt. Er zijn zes theorie�n in omloop. We weten wel dat ze
eeuwenlang een boerenkat is geweest, waar niet veel aandacht aan
werd besteed. In 1912 werd voor het eerst melding gemaakt van
een 'Noorse Boskat', een kater genaamd Gabriel Scott Solvfaks,
maar pas in de jaren dertig begonnen kattenliefhebbers zich
serieus voor deze katten te interesseren. Er werden planmatige
fokprogramma's opgesteld en in 1938 werd de eerste Noorse
Boskatten Club opgericht. De Tweede Wereldoorlog onderbrak
echter het kattengebeuren.
Dankzij de inzet van onder meer Carl-Frederik Nordane, raakte de
Noorse Boskat in de jaren zeventig weer in zwang. Hij werd al
snel in allerlei landen op kattenshows gezien, waar hij met zijn
geweldige formaat en prachtige vacht grote indruk maakte. In
1972 kreeg hij officieel de naam Noorse Boskat en in 1977 werd
kampioensstatus verleend. Al snel werden Noren naar allerlei
landen ge�xporteerd en ze zijn uit het huidige showgebeuren niet
meer weg te denken.
Persoonlijkheid
Deze katten worden vaak beschreven als stoer, robuust,
intelligent, snel, zelfverzekerd, kalm, bedaard, atletisch,
sterk, handig, moedig, ondeugend, extravert, aanhankelijk,
goedgehumeurd, speels, enz. Ze klimmen graag in bomen en moeten
eigenlijk ook een tuin hebben om in te ravotten.
Kleurslagen
Alle tabbypatronen zijn erkend. Bij de Noorse Boskat zijn alle
kleuren en kleurencombinaties erkend, behalve Chocolate,
Cinnamon, Lilac, Fawn, Siamese aftekening en Burmeeskleuren. In
Europa wordt de Noor op shows niet op zijn kleur beoordeeld,
alleen op zijn vachtkwaliteit en zijn type. In de Verenigde
Staten wordt hij, net als de Maine Coon, wel degelijk beoordeeld
op zowel de kwaliteit van de vacht als het patroon en de kleur.