Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Nootmuskaat
Myristica
fragrans.
De muskaatnootgewassen behoren, samen met de magnoliagewassen,
tot de familie van de tropische tweezaadlobbigen. De muskaatboom
is altijd groen en kwam, net als de kruidnagelboom,
oorspronkelijk alleen op de Molukken voor. De boom bereikt een
hoogte van meer dan twaalf meter. De muskaatboom is een
tweehuizige plant, en op twintig vruchtdragende bomen wordt
slechts ��n enkele mannelijke boom geplant. De bloeitijd duurt
het hele jaar door. Van ��n enkele boom worden wel tweeduizend
vruchten geoogst. De vruchten van de muskaatboom zijn eenzadig.
De perzikachtige zaaddozen leveren twee specerijsoorten, de
muskaatnoten en de foelie. De muskaatnoten zijn de van het
vlezige vruchthulsel ontdane pitten (die na de oogst worden
gedroogd) en de foelie komt van daaronder liggende, uit vijftien
slippen bestaande drie tot vier cm lange en ��n mm dikke
zaadmantel. Vers is foelie karmijnrood, gedroogd oranjerood. De
productielanden van deze specerijen zijn voornamelijk Indonesi�,
Sri Lanka, Zuid- en West-Indi�. In de handel zijn twee
verschillende soorten nootmuskaat te koop : de volgens grootte
gesorteerde Oostindische en de ongesorteerde Westindische.
Foelie wordt gebruikt om er bouillon, worstproducten, koek en
gebak mee te kruiden. Muskaatnoot smaakt goed in spinazie en
gerechten met gemalen rundsvlees of gehakt.