Olm
De
Proteus anguineus leeft in rivieren en meertjes
in grotten van het karstgebergte. Zijn lengte
bedraagt twintig tot dertig cm.
De olm is een grote watersalamander met een
bleek, cilindrisch lichaam en rode, geveerde
kieuwen. Zijn staart is afgeplat, zijn poten
zijn zwak en slecht ontwikkeld. Hij heeft drie
tenen aan de voorpoten en twee aan de
achterpoten. Hij leeft in totale duisternis in
grotten en hij is blind; zijn ogen worden door
de huid bedekt. Hij eet kleine waterwormen en
kreeftjes.
Het wijfje legt onder een steen twaalf tot
zeventig eieren, die door beide ouders worden
bewaakt. Na ongeveer zeventig dagen komen ze
uit. Sommige wijfjes kunnen de eieren in het
lichaam houden en brengen dan twee geheel
ontwikkelde jongen ter wereld, die rudimentaire
ogen hebben, maar verder het evenbeeld zijn van
hun ouders.
De olm kwam vroeger talrijk voor, maar is nu
door waterverontreiniging en door de grote
vangsten voor de dierenhandel zeldzaam geworden.
|