Oostelijke chipmunk
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
knaagdierfamilie der Sciuridae telt naast
eekhoorns, marmotten en prairiehonden ook nog 25
soorten grondeekhoorns. De oostelijke chipmunk
is een vijandig, druk baasje uit de
eekhoornfamilie die langs stammen omhoog en
omlaag rent, noten wegschuift en gangen graaft.
Hij voert felle gevechten om te paren en
verdedigt zijn foerageergebied in zijn
Noord-Amerikaanse leefomgeving tegen
soortgenoten. Hij slaat voedsel op in zijn
wangzakken. Met volle wangzakken is zijn kop
soms meer dan tweemaal zo groot.
Deze solitair levende grondeekhoorn klimt ook in
bomen om naar voedsel te zoeken of belagers te
ontlopen. Zijn grootste project is echter het
graven van een gangenstelsel, waar hij zijn hele
leven aan blijft werken. Hij graaft tot ��n
meter diep in de grond om een nestkamer te maken
met daaromheen andere kamers voor voedselopslag.
Een gang kan wel tien meter lang zijn en vormt
een toevluchtsoord voor de chipmunk. Het nest
heeft meerdere uitgangen, verborgen onder
bladeren of stenen. Naast het hoofdnest graaft
de chipmunk naast zijn belangrijkste
voedselroutes een aantal kleinere gangen die
fungeren als vluchtgangen.
De chipmunk kent twee paartijden; de ene loopt
van februari tot april, de andere van juni tot
augustus. De mannetjes verzamelen zich bij het
hol van een vrouwtje en vechten om haar gunsten.
Na de paring speelt het mannetje geen rol meer
in het leven van het vrouwtje of het nageslacht.
Een maand later werpt het vrouwtje gemiddeld
vier tot vijf jongen, al komen nesten van negen
exemplaren ook voor. Na twee maanden verlaten de
jongen het nest en hebben daarna geen contact
meer met hun moeder.
Het menu van de chipmunk, een alleseter,
varieert met de seizoenen en bestaat uit diverse
producten zoals noten, vruchten, insecten,
vogeleieren en jonge muizen. Dit knaagdier
verwerkt zijn eten niet meteen, maar propt alles
wat hij tegenkomt in de wangzakken naast zijn
bek. Wanneer deze vol zijn, trekt hij zich terug
in de veiligheid van zijn hol om te eten. Hij
zou andersq een lekker hapje vormen voor vossen,
haviken of slangen. Voedsel dat over is, bewaart
hij in speciaal voor dat doel gegraven
ondergrondse voorraadkamers. Dankzij deze
voorraad kan de chipmunk de koude wintermaanden
overleven, wanneer er bovengronds weinig te
vinden is. In tegenstelling tot andere eekhoorns
houdt de chipmunk geen ononderbroken winterslaap
en hoeft hij dus geen speklaag te kweken. Hij
wordt regelmatig wakker om te snoepen van zijn
voorraadje noten en zaden.
De chipmunk is een asociaal diertje dat zijn hol
en omgeving tegen indringers verdedigt. Zijn
reukvermogen en gehoor zijn goed ontwikkeld,
terwijl de gevoelige tastharen op zijn snuit hem
door de onderbegroeiing helpen.
|