Oproller
Glomeris
marginata - familie oprollers/Glomeridae.
Deze diertjes hebben een lichaam van zeven tot
twintig mm. lang, met slechts twaalf tot dertien
rompringen, die bij volwassen dieren van de
afgebeelde soort effen glimmend zwart zijn, maar
bij andere soorten voorzien kunnen zijn van gele
of rode rijen vlekjes. De kleine pootjes zijn
van bovenaf niet te zien. De wijfjes hebben
zeventien paar poten, de mannetjes negentien.
Verwarring met de rolpissebedden is mogelijk.
Verspreiding : wijd verspreid in Europa in
bossen met een rijke strooisellaag, waar de
dieren zich onder bladeren, schors en stenen
ophouden.
De voeding bestaat uit plantaardig afval of
stuifmeel, minder vaak uit zwammen, mos of aas.
Bij verstoring draaien oprollers hun gepantserde
rug naar buiten en worden de poten volledig
verborgen. De wijfjes leggen hun eitjes in
holletjes die ze met hun eigen uitwerpselen
maken.
Als de larven uit het ei komen, hebben ze
aanvankelijk slechts drie paar dubbele poten.
Pas na de zesde vervelling is het aantal poten
compleet. Het duurt drie tot vier jaar voor de
dieren geslachtsrijp zijn. Een leeftijd van meer
dan tien jaar is bij de dieren van zo'n kleine
omvang zeer ongewoon.
|