Rubriek :
Natuur algemeen
Dossier
natuurverontreiniging
Opwarming oceaan
werkt broeikaseffect in de hand
Warmer water dat door klimaatverandering aan de oppervlakte
van oceanen ontstaat, kan het broeikaseffect verder in de hand
werken. Door de opwarming mengt de bovenste laag van de oceaan
minder goed met koudere lagen, waarin veel voedsel zit voor
plankton. Omdat plantaardig plankton het broeikasgas
koolstofdioxide (CO2) opneemt, kan een terugloop van het
plankton ertoe leiden dat er meer CO2 in de atmosfeer komt.
Algjes
Dat schrijven wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam
(UvA) in het nummer van het wetenschappelijk tijdschrift Nature
dat donderdag verschijnt. De afname van de hoeveelheid
plantaardig plankton, dat bestaat uit microscopisch kleine
algjes, heeft ook gevolgen voor de voedselketen in de oceanen.
De algjes worden gegeten door dierlijk plankton, dat het voedsel
is van bijvoorbeeld garnalen.
Het plantaardig plankton zit op 100 meter diep om zonlicht van
boven te kunnen ontvangen en stikstof, fosfaat en ijzer uit
diepere oceaanlagen. Wanneer dat voedsel beschikbaar komt,
groeit het plankton sterk. Als het voedsel op is, sterft het
plankton af en zakt het naar de oceaanbodem. Daarna is het
wachten op nieuwe aanvoer van voedsel.
Minder plankton
Volgens de onderzoekers komen de pieken in de aanwas van
plankton steeds verder uit elkaar te liggen, als er door slechte
menging van verschillende waterlagen minder voedsel naar boven
komt. Bovendien worden de pieken onregelmatiger. Over een
periode van vijf jaar zal daardoor de hoeveelheid plankton
afnemen.
Prof. dr. J. Huisman van het Instituut voor Biodiversiteit en
Ecosysteem Dynamica van de UvA gebruikte samen met collega's van
het Centrum voor Wiskunde en Informatica computersimulaties om
de samenhang tussen menging van waterlagen en de groei van
plankton uit te dokteren. De uitkomsten van de rekenkundige
oefening leken overeen te komen met bevindingen van de
Universiteit van Hawa�. Bij Hawa� is de oceaan van nature al
sterk gelaagd. Ook daar bleek de groei van plankton minder
stabiel te zijn.