Rubriek :
Historische figuren
Otto Hahn
Hahn, Otto (Frankfurt
am Main 8 maart 1879 - G�ttingen 28 juli 1968), Duits fysicus en
chemicus, werkte van 1904 tot 1905 bij Sir William Ramsay te
Londen, die juist onderzoekingen deed aan radioactieve
elementen, wat bepalend was voor Hahns toekomstig
wetenschappelijk werk, dat zich vnl. op het gebied van de
radioactiviteit zou voltrekken. Hier ontdekte hij radiothorium
(228Th).
Van 1905 tot 1906 werkte hij bij Ernest Rutherford te Montreal
in Canada, waar hij radio-actinium (227Th) ontdekte. In 1906
werd Hahn benoemd aan het chemisch instituut van de Universiteit
van Berlijn, waar hij in 1907 mesothorium I (228Ra) en het
desintegratieproduct mesothorium II (228Ac), alsmede ionium
(230Th) ontdekte.
1. Samenwerking
Op 28 sept. 1907 ontmoette hij de Oostenrijkse fysica
Lise Meitner, wat leidde tot een meer dan 30-jarige
samenwerking, die resulteerde in een aantal belangrijke
ontdekkingen, o.a. van protactinium (231Pa) in 1917 en van
uraan-Z (234Pa) in 1921. Vanwege zijn verdiensten verkreeg Hahn
in 1910 de titel professor. In 1912 werd hij benoemd tot hoofd
van de kleine afdeling voor radioactiviteit van het pas
opgerichte Kaiser Wilhelm Institut f�r Chemie te Berlijn-Dahlem.
In 1928 werd hij directeur van het gehele instituut. In 1934
begonnen Hahn en Meitner, in samenwerking met F. Strassmann, een
onderzoek naar de transuranen.
2. Kernfysica
In 1938 slaagden zij erin om aan te tonen dat bij
neutronenbombardement van een bepaalde uraannuclide o.a. het
element barium ontstond, dat ongeveer half zo zwaar is als
uraan, met andere woorden de eerste kernsplitsing was
wetenschappelijk vastgesteld. Daar bovendien meer neutronen
vrijkwamen dan verbruikt werden, was het theoretisch mogelijk
een kettingreactie te veroorzaken die enorme hoeveelheden
kernenergie kon vrijmaken. Hahn werd hierdoor de grondlegger van
de moderne kernfysica en de toepassingen van kernenergie.
Nazi-Duitsland begreep de militaire betekenis van Hahns
ontdekking, doch Hahn heeft de ontwikkeling van een kernbom in
Duitsland in de oorlogsjaren op diverse wijzen weten te
verhinderen; ook later heeft Hahn zich steeds tegen militaire
toepassingen van kernenergie verzet, o.a. in 1956 en 1957.
3. Betekenis
Na de oorlog werd hij naar Engeland overgebracht en
vernam daar dat hem in 1944 de Nobelprijs voor scheikunde was
verleend (die hem in 1946 werd uitgereikt). Nadat hij in
Duitsland was teruggekeerd (1946), werd hij president van de
Kaiser Wilhelm Gesellschaft, waarvan de naam nog datzelfde jaar
werd gewijzigd in Max Planck Gesellschaft. De offici�le
oprichting ervan vond plaats in 1948 te G�ttingen. In 1960 werd
Hahn opgevolgd door Butenandt.