Paardenbijter
Aeschna
mixta - familie glazenmakers/Aeschnidae.
Een 60 tot 65 mm. grote libel met bruin
borststuk, bovenaan twee kleine gele streepjes
en opzij brede gele banden. Tussen de
achtervleugels hebben mannetjes en vrouwtjes op
het voorste deel van het achterlijf een gele
driehoek. Bij het mannetje is het achterlijf
zwartblauw, bij het wijfje zwart met gele en
bruine vlekken.
Verspreiding : verspreid, maar nergens talrijk
aanwezig. Stilstaand water met veel begroeiing
geniet de voorkeur van de larven. De eieren
kunnen zelfs overleven in visvijvers die de hele
winter droog liggen. Vliegtijd pas vanaf
juli/augustus tot oktober, november. Vliegt
minder dan de blauwe glazenmaker. De wijfjes
zetten op een verborgen plaats eitjes af op
drijvende rietstengels.
Jeugdstadia : onvolledige gedaanteverwisseling.
Uit de eitjes komen na de winter larven die zich
nog hetzelfde jaar tot imago ontwikkelen.
|