De
papegaaiduiker
De
papegaaiduiker maakt deel uit van de familie
Alcidae : zeevogels die onder water duiken en
een korte staart en nek hebben. Orde :
Charadriiformes - geslacht : Fratercula en soort
: Fratercula arctica.
Een kleurig gestreepte en grote snavel, fel
oranje zwemvliezen en ogen als een clown, dat
zijn de kenmerken van de papegaaiduiker. Deze
stevig gebouwde zeevogel leeft negen maanden van
het jaar in zijn eentje, ergens op zee. Dit
verandert in het broedseizoen, als de
papegaaiduikers bijeenkomen in ��n van de vele
lawaaiige kolonies, die de rotsige kusten en
eilanden bevolken.
Papegaaiduikers leven meestal alleen of als
stelletje. Het zijn goede zwemmers, die zich met
de hulp van hun vleugels door het water
voortbewegen. Het zijn matige vliegers : ze
scheren vlak over het water en moeten wel
vierhonderd keer per minuut met hun vleugels
klappen om in de lucht te blijven. Hun poten
zitten ver naar achteren, zodat de vogel bij
harde wind soms een buiklanding moet maken. In
de broedtijd komen ze in grote getallen voor de
kust bij elkaar om een partner te vinden.
Eenmaal aan land vindt er menige schermutseling
plaats als de vogels hun nesten verdedigen,
uitvoerig bekeken door luidruchtige en
nieuwsgierige soortgenoten. Roofvogels zoals
meeuwen proberen ze af te leiden door in grote
groepen langs hun kolonies te cirkelen.
Tijdens het broedseizoen is de snavel van de
papegaaiduiker rood, geel en blauw. Tegen het
einde van de zomer vervagen de kleuren echter.
De vogels maken elkaar het hof door koerend hun
snavels tegen elkaar te tikken. Na het paren
graven ze een nest, waar het vrouwtje ��n ei
legt dat door beide ouders onder een vleugel
wordt uitgebroed. Als het ei is uitgekomen,
wordt het jong nog ongeveer veertig dagen door
zijn ouders gevoed, waarna het in de steek
gelaten wordt. Daarna trekt het jong naar zee.
Papegaaiduikers duiken wel zestig meter diep om
visjes zoals zandspiering te vinden. De vogels
dobberen op het water als een eend, en duiken
dan plotseling onder. Ze slikken hun vangst
direct door, tenzij ze voor hun jongen aan het
vissen zijn. Meeuwen wachten vaak tot een
papegaaiduiker terugkeert van zee met een bek
vol vis. Ze achtervolgen de visser in de hoop
hem z'n buit afhandig te maken. De
papegaaiduiker keert daarom razendsnel terug
naar het nest, om daar de vangst bij zijn jong
af te leveren.
Vroeger werd er op papegaaiduikers gejaagd.
Tegenwoordig sterven ze door vervuiling of
doordat ze verstrikt raken in visnetten. De
overbevissing van de Noord-Atlantische Oceaan
tast hun voedselbronnen aan, wat ook al gebeurt
door het broeikaseffect. Papegaaiduikers kunnen
alleen in koud water leven en door oplopende
temperaturen wordt hun leefgebied dus kleiner.
|