Rubriek :
Dier - algemeen
Een paradijs voor biologen
Op zo'n kleine
duizend kilometer ten westen van Zuid-Amerika liggen de
Galapagos Eilanden in de Stille Oceaan. Dertien ervan zijn vrij
groot, zoals onder andere Isabela, Fernandina, Santa Cruz, San
Salvador en San Christobal. De andere zijn zo klein, dat ze de
benaming eiland nauwelijks waardig zijn. De eilandengroep, die
zo'n tien tot vijftien miljoen jaar geleden door vulkanische
activiteit is ontstaan, heeft nooit deel uitgemaakt van het
vasteland.
De bisschop van Panama, die in 1535 een bezoek bracht aan de
eilanden, trof er geen water aan. De geestelijke moest zijn
dorst lessen door op cactusbladeren te kauwen, wat hem de
opmerking ontlokte dat God het op deze eilanden zo te zien
stenen in plaats van water had laten regenen. De bodem bestaat
er dan ook voornamelijk uit vulkanische afval, hopen sintels en
gestolde lava.
Charles
Darwin vergeleek de Galapagos Eilanden bij zijn eerste bezoek
met de Black Country in de Engelse Middenlands, waar ook zoveel
slakkenheuvels liggen.
De Galapagos Eilanden mogen dan ongeschikt zijn als permanente
verblijfplaats voor de mens, door biologen worden ze beschouwd
als een waar paradijs. Ze vormen niet alleen een pleisterplaats
van talrijke trekvogels, maar zijn ook het woongebied van een
heleboel unieke dieren.
De beroemdste dieren van de Galapagos zijn de vinken, de
reuzenschildpadden en de leguanen. De schildpadden van de
Galapagos behoren tot de grootste landschildpadden ter wereld :
zij kunnen een gewicht bereiken van ruim 250 kg en een lengte
van meer dan anderhalve meter. De dieren zijn bijna uitgeroeid
door walvisjagers en passerende zeelui die schildpadden aan
boord in leven hielden om zo altijd verzekerd te zijn van vers
vlees. Later werden de dieren van hun weidegebied verdreven door
tamme geiten en hun eieren en jongen opgegeten door met de mens
meegekomen ratten en verwilderde varkens.
Zeeleguanen voeden zich met zeewier. Ze kunnen een lengte
bereiken van zo'n 1,20 meter, hoewel de meeste niet langer
worden dan zeventig tot negentig cm. Hun grootste natuurlijke
vijand is de haai. Zelf zijn het goedaardige dieren, die na het
zoeken naar voedsel in het koude zeewater heerlijk gaan liggen
zonnen op de rotsen. Daarbij hebben ze er totaal geen bezwaar
tegen, als rode rotskrabben, op zoek naar teken en andere
parasieten in de plooien van hun huid, rustig over hen heen
kruipen.
De landleguaan ( zie foto) is niet zo kieskeurig als het om
voedsel gaat; hij eet wat hij tegenkomt aan planten, zelfs
cactussen. Voor zijn hol onder de grond maakt hij vaak gebruik
van oude lavagangen. Zowel zee- als landleguanen zijn veelal het
slachtoffer geworden van ratten en verwilderde honden, die zich
voeden met hun jongen en hun eieren. Onder de zeevogels die op
de Galapagos voorkomen zijn de bruine pelikaan, de blauwvoet-Jan_van_gent
of gevlekte rotspelikaan en de fregatvogel. Maar er leven ook
niet-vliegende vogels, zoals de Galapagos-aalscholver en de
kleine Galapagos-pingu�n. Beide soorten leven vaak samen op voor
de kusten liggende rotsen. Er zijn ook verschillende soorten
spotvogels, op elk van de eilanden een aparte soort. Van de
Galapagos-pelsrob of zeebeer, die gejaagd werd om zijn mooie
pels, zijn er nog maar duizend stuks over.