|
Pinus pinea.
Deze soort is typisch voor het gebied rond de
Middellandse Zee. Wordt zelden hoger dan 25 meter. De
kroon spreidt zich uit als een parasol. Buitenkant van
de schors donkerbruin. Naalden in groepjes van twee,
soms van drie, tien tot twintig cm lang. Kegel tien tot
vijtien cm lang en ongeveer tien cm dik. Zaden zeer
groot en eetbaar (in het bijzonder van de vari�teit
fragilis). Niet bestand tegen winters in het gebied van
Parijs. Heeft behoefte aan warmte en veel licht. Groeit
in losse, rijke en frisse grond. Het lichte,
veerkrachtige hout wordt gebruikt voor timmerwerk,
constructies en scheepsbouw.
|