De
parrywallaby
Orde
: Diprotodontia - familie : Macropodidae -
geslacht : Macropus en soort : Parrywallaby. Dit
geslacht bestaat uit veertien soorten wallaby's
en kangoeroes.
Met zijn aantrekkelijke witte gezichtsstrepen,
verdient de parrywallaby terecht zijn bijnaam
'knap gezicht'. Hij wordt ook de 'blauwe
vlieger' genoemd vanwege zijn lichte,
grijsbruine vacht en zijn snelle, springende
bewegingen. Als ��n van de meest sociale
wallaby's werd hij lang gewaardeerd door mensen
als huisdier en om zijn vacht, en staat hij op
verschillende Australische munten.
Parrywallaby's bewegen zich in grote groepen of
troepen van tussen de dertig tot vijftig dieren,
en iedere troep is verdeeld in subgroepen van
zo'n tien leden. Hoewel de thuisbasis van de
verschillende troepen elkaar soms overlappen,
vechten deze dieren zelden om territorium. In de
winter zijn ze de hele dag actief, maar ze doen
het rustiger aan in de zomer en trekken zich
urenlang terug op schaduwrijke plekken wanneer
de hitte enorm is. Het zich verplaatsen in een
groep verschaft veiligheid, en als ��n van de
wallaby's onraad ruikt, alarmeert hij de andere
door met zijn sterke achterpoten op de grond te
stampen. Door dit signaal gaat de ganse troep er
vandoor, en springen de wallaby's weg op een
ongeordende manier, om roofdieren te verwarren.
Wanneer een vrouwtje wil paren, verzamelt zich
een groep mannetjes om haar heen en het
dominante mannetje verdrijft zijn rivalen. Hij
intimideert ze door zijn poten te laten zien en
graspollen te grijpen met zijn voorpoten.
Ongeveer 34 tot 38 dagen nadat ze gepaard heeft,
schenkt het vrouwtje het leven aan ��n enkel
jong. Parrywallaby's zijn buideldieren, dus
zoogdieren waarvan de jongen zich ontwikkelen in
de buidel van de moeder. Binnen twee minuten na
de geboorte zoekt het blinde en naakte jong zijn
weg naar de buidel waar hij 240 dagen blijft, en
alleen gevoed wordt met moedermelk. Daarna komt
hij er af en toe uit, en verlaat de buidel
voorgoed wanneer hij 275 dagen oud is.
Bij koel weer eten deze grazers de hele dag
door. Ze bewegen zich door graslanden en bossen,
knabbelend aan sappig gras, varens en andere
bosplanten. Omdat ze in staat zijn te overleven
met weinig water, hoeven deze zich aanpassende
buideldieren niet dicht bij een waterbron te
zijn. Van parrywallaby's wordt vermoed dat ze al
het vocht dat ze nodig hebben onttrekken aan hun
voedsel en aan de vroegen morgendauw die zich op
de planten afzet.
Hoewel de parrywallaby heeft geleden onder
verlies aan leefgebied en er lang op is gejaagd
voor de sport en vanwege zijn huid, is hij
momenteel niet bedreigd. Het dier komt nog
steeds veel voor in het grootste deel van zijn
leefgebied en er zijn grote populaties
waargenomen in veel nationale parken en
reservaten.
|