Rubriek :
Historische figuren
Paus Gregorius I
bijgenaamd de Grote
(Rome ca. 540 - aldaar 12 maart 604), paus van 590 tot 604, de
grootste paus op de overgang van Oude Kerk naar middeleeuwen,
stamde uit een Romeinse senatorenfamilie; van 572 tot 573 was
hij stadsprefect. In 575 trok hij zich uit het openbare leven
terug in het door hem gestichte Andreasklooster op de Clivo
Scauri, het familiebezit te Rome. Op verzoek van paus Pelagius
II ging hij in 579 naar Constantinopel, waar hij tot 585 diens
vertegenwoordiger bleef bij de Byzantijnse keizers. Na de dood
van Pelagius (7 febr. 590) werd hij bij acclamatie tot diens
opvolger gekozen (bisschopswijding 3 sept. 590).
In de noodtoestand van Midden-Itali�, veroorzaakt door pest,
hongersnood en Longobardenoorlogen, voorzag hij door een
georganiseerde hulpverlening; zijn milddadigheid en zijn
sympathieke persoonlijkheid maakten hem tot een van de meest
populaire pausen. Bijzondere relaties onderhield hij met de
Germaanse stammen die zich sinds de Volksverhuizing in het
westen gevestigd hadden: via de Frankische vorstin Brunhilde kon
hij de eerste missionarissen onder leiding van Augustinus (van
Canterbury) naar de Angelsaksen in Engeland zenden (596); met
koning Reccared van de Visigoten in Spanje stond hij in contact
via zijn vriend Leander, bisschop van Sevilla; bij Theodolinde,
vorstin der Longobarden in Itali�, bemiddelde hij in de vrede
van 593.
Dit alles kreeg extra reli�f door de onmacht van de Byzantijnse
keizers om de chaotische toestanden in hun westerse gebieden te
beheersen. De morele en maatschappelijke leiding van het
pausschap in het Westen is mede door Gregorius' pontificaat
bevorderd.
Zijn grootste betekenis ligt in de doorwerking van zijn
spiritualiteit. Door zijn persoon, zijn brieven, preken en
traktaten heeft hij, als 'eerste middeleeuwse paus', de kerk van
de volgende eeuwen sterk aangesproken. Alle gangbare
theologische disciplines staan tot in de 18de eeuw onder zijn
invloed: de erfenis van Aurelius Augustinus heeft hij
gepopulariseerd en doorgegeven; moraal en ethiek vonden in zijn
Commentaar op het boek Job voor eeuwen het handboek; zijn
evangelie-homilie�n hebben, o.a. via de brevierlecties, de
latere exegese be�nvloed; zijn leefprogram, de Regula pastoralis,
opgesteld na zijn bisschopswijding, werd het modelboek voor de
waarlijke zielenherder; zijn Dialogen vormden de onuitputtelijke
bron voor de heiligenverbeelding in legende en iconografie.
In plaats van 'universalis papa' (Lat., = universeel paus)
noemde hij zich, o.a. tegenover de patriarch van Constantinopel,
bij voorkeur: 'Servus servorum Dei' (Lat., = dienaar der
dienaren Gods), een titel die, sindsdien traditioneel geworden,
in de sfeer van het Tweede Vaticaans Concilie opnieuw
ecclesiologische verwachtingen wekte.
Zijn rechtstreekse invloed op de ontwikkeling van de Romeinse
liturgie blijft omstreden (de verscheidene versies van het
Sacramentarium Gregorianum stammen uit de 8ste/9de eeuw). Zijn
kerkmuzikale invloed is grotendeels legendair (zie Gregoriaanse
muziek). Gregorius wordt uitgebeeld schrijvend en met een duif
op zijn schouder, symbool van de Geest die zijn werk dicteerde.
Het volk vereerde hem al spoedig als heilige. Feestdag: 3 sept.
In vele legenden en middeleeuwse volksverhalen leeft zijn
gedachtenis voort.