Rubriek :
Historische figuren
Paus Leo XIII
eigenlijk: Vincenzo
Gioacchino Pecci (Carpeneto 2 maart 1810 - Rome 20 juli 1903),
voor velen de eerste 'moderne' paus, studeerde o.a. aan de
Accademia dei Nobili te Rome. Na zijn priesterwijding (1837)
vervulde hij enige diplomatieke functies; in 1843 werd hij door
Gregorius XVI tot nuntius te Brussel benoemd. Omdat hij echter
naar de zin van Leopold I de bisschoppen te veel steunde, werd
hij teruggeroepen (1846). Als bisschop van Perugia (1846-1878)
werd hij, in Itali�, bekend om zijn strijd tegen het
antiklerikalisme en zijn bevordering (samen met zijn broer) van
het neothomisme. Pius IX benoemde hem in 1853 tot kardinaal. Na
het langdurige pontificaat van Pius IX wist de gematigde partij
in het conclaaf de keuze van Pecci door te zetten (20 febr.
1878), o.a. met een beroep op een, waarschijnlijk kort,
'overgangspontificaat'.
1. Betekenis pontificaat
De kwart eeuw van zijn pontificaat is van grote
betekenis geworden voor de positie van de Rooms-Katholieke Kerk
in de nieuwe tijd. Leo's grote project was nl.: de kerk weer
haar plaats te geven in de moderne wereld. Daartoe zag hij in
het herstel van een christelijke eenheidsfilosofie, die tevens
de basis zou zijn voor een genuanceerde verhouding tussen kerk
en staat, het geschikte middel. Zijn fundamentele encyclieken
zijn dan ook: Aeterni Patris (1879) over het neothomisme;
Diuturnum illud (1881); Immortale Dei (1885) en Libertas (1888)
over de juiste staatsleer.
Heel bewust wilde hij 'een politieke paus' zijn, open en soepel
ten opzichte van de problemen van de moderne maatschappij, en in
frequent contact met regeringen van welke signatuur dan ook.
Mede dankzij M. Rampolla, zijn bekwame staatssecretaris van 1887
tot 1903, wist hij de Kulturkampf in Duitsland te be�indigen;
met de nieuwe staten van het Zuid-Amerikaanse continent legde
hij contacten; de goede verhouding met de Verenigde Staten werd
op het eind van zijn pontificaat vertroebeld door de overdreven
veroordeling van het amerikanisme (zie amerikanisme [religie]).
Tegenover de grote problemen in de Franse Republiek trachtte hij
de katholieken te bewegen tot medewerking aan de zgn.
ralliementpolitiek (encycliek Au milieu des sollicitudes, 1892),
welke echter afstuitte op de intransigente monarchistische
houding van het merendeel van de Franse katholieken.
Op vele terreinen zette hij echter de lijn van Pius IX voort: zo
bijv. in de Romeinse kwestie, in de strijd tegen liberalisme en
socialisme, en in de versterking van het centrale Romeinse
gezag. Aandacht had hij voor de problematiek van de oosterse
kerken (encycliek Orientalium dignitas, 1894), voor de
hereniging (encycliek Satis cognitum, 1896), voor de
Latijnsamerikaanse kerk (het plenaire concilie van 1899 te
Rome), en voor toenadering tot de Anglicaanse Kerk (waarbij hij
zich echter in 1896 bij het schrijven van de encycliek
Apostolicae Curae zodanig liet voorlichten dat hij meende haar
wijdingen ongeldig te moeten verklaren). Voor de wetenschap was
dit pontificaat belangrijk, niet alleen door de encycliek over
de exegese (Providentissimus Deus, 1893) en de bevordering van
de kerkelijke studies, maar vooral door de openstelling van het
Vaticaans Archief (1881).
2. Rerum novarum
Het meest bekend is Leo's pontificaat geworden door de
encycliek over het arbeidersvraagstuk (Rerum novarum, 30 nov.
1891), die het begin geworden is van de 'offici�le' katholieke
sociale leer; de encycliek was in feite een bevestiging van wat
er in Frankrijk, Belgi�, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk
gegroeid was aan sociale actie; de politieke consequenties van
deze beweging werden echter afgeremd door de eigenlijke
afwijzing van de democratie in de encycliek Graves de communi
(1901).
3. Invloed
Ofschoon recent historisch onderzoek het enthousiaste
oordeel van de tijdgenoten aanzienlijk heeft genuanceerd, blijft
toch als duidelijk effect van dit invloedrijke pontificaat:
enerzijds de stijging in achting en respect voor het pausschap
als morele instantie (ook buiten de rooms-katholieke 'wereld'),
anderzijds, en vooral, de groei in zelfvertrouwen binnen de
katholieke gemeenschap die haar weg zocht in de moderne wereld.
Leo is begraven in de St.-Jan-van-Lateranen (monument van G.
Tadolini), die hij liet restaureren en waarheen hij ook het
gebeente van Innocentius III liet overbrengen (monument van G.
Lucchetti, 1891).