Rubriek :
Historische figuren
Paus Leo I de grote
(Toscane - Rome 10
nov. 461), bekendste paus van de 5de eeuw, was aartsdiaken onder
Coelestinus I. Onder Sixtus III was hij pauselijk legaat; hij
werd diens opvolger (wijding: 29 sept. 440). In een sterk
primaatsbewustzijn trachtte hij de gehele kerk van Oost �n West
te besturen, zowel op leerstellig als op disciplinair terrein.
Hij bestreed het pelagianisme en maniche�sme in Itali�, de zgn.
priscillianisten in Spanje (zie Priscillianus) en de
monofysieten (zie monofysitisme) in het oostelijk deel van het
Romeinse Rijk. Deze laatsten werden veroordeeld door het
algemeen Concilie van Chalcedon, waar Leo vertegenwoordigd was
door legaten en waar zijn dogmatisch schrijven aan Flavianus (Epist.
28) veel bijval kreeg.
Gevraagd en ongevraagd gaf hij uitvoerige aanwijzingen aan
bisschoppen in Galli�, Noord-Afrika en op de Balkan; aan
Alexandri� gaf hij in de kwestie van de paasdatumberekening toe
'ter wille van de vrede'. Met de West-Romeinse keizer
Valentinianus III stond hij op goede voet (445 erkenning van het
pauselijk jurisdictieprimaat). Voor de contacten met het
oostelijk deel stelde hij een vaste zaakgelastigde aan (de
apocrisiarius te Constantinopel).
De sociaal-politieke betekenis van het pausschap kreeg extra
accent door Leo's optreden tegenover de 'barbaren'. Zo
onderhandelde hij met succes met de aanvoerder van de Hunnen,
Attila (452 ontmoeting te Mantua), die hij tot de terugtocht
wist te bewegen. Tijdens de invallen van de Vandalen onder
Geiserik (455) kon hij verhinderen dat Rome in brand gestoken
werd; de 14-daagse plundering kon hij niet voorkomen.
Leo is ook beroemd om zijn dogmatisch-liturgische preken, die
uitmunten door een heldere, fraaie stijl. Zijn ruim honderd
brieven zijn een goed specimen van de activiteit van de
pauselijke kanselarij. Feestdag: 10 nov.