Rubriek : De
mens - algemeen
Perzische oorlogen - deel 2
Miltiades, die de
held van het volk was geworden, gebruikte zijn populariteit om
zich de absolute macht over het leger en de vloot toe te
eigenen. Hij ondernam met de vloot een veroveringstocht, maar
die liep op een grote mislukking uit. IN feite maakte Miltiades
zich echter schuldig aan zeeroverij en plundering. In de
Volksvergadering werd hij ervan beschuldigd het volk te hebben
bedrogen. Hij werd veroordeeld tot een boete en moest alle
schade vergoeden die hij de staat had berokkend. Nog voordat hij
aan die verplichtingen kon voldoen, stierf hij. Themistocles,
die tijdens de tweede tocht van de Perzen een van de
bevelhebbers was geweest, verloor niet uit het oog dat het
Perzische gevaar nog lang niet was afgewend.
Daarom
stelde hij voor de vlootsterkte tot tweehonderd schepen op te
voeren. Dat voorstel werd lang niet door iedereen met bijval
ontvangen. Met name Aristides verzette zich er uitermate fel
tegen. Toch werd met de aanbouw van twintig nieuwe schepen
begonnen, terwijl Aristides, getroffen door het schervengericht,
werd verbannen. Voor een verdere uitbreiding van de Atheense
vloot was de bestaande haven te klein. Daarom werd bij het
dorpje Piraeus, op een paar kilometer van Athene, een grote
nieuwe haven aangelegd. Deze werd zowel aan de zee- als aan de
landzijde van sterke verdedigingswerken voorzien. Mochten
vijandelijke legers Attica binnenvallen, dan kon zonodig de stad
Athene opgegeven worden. De inwoners zouden zich binnen de
versterkte haven kunnen terugtrekken en de oorlog ter zee
verderzettten.
Terwijl de Atheners zich op die manier om hun veiligheid
bekommerden, hadden de Perzen tijdelijk andere beslommeringen.
Darius en zijn opvolger Xerxes hadden namelijk met een opstand
in Egypte te kampen. Pas toen Xerxes deze opstand onderdrukt
had, kon hij zich weer aan de verovering van Griekenland wijden.
Xerxes trof zeer omvangrijke voorbereidingen. In Klein-Azi�
werden grote legereenheden samengetrokken en grote voorraden
aangelegd. Een grote vloot van transportschepen zou opvaren met
het leger en het van de noodzakelijke behoeften voorzien. Over
de Hellespont werden schipbruggen geslagen, zodat het leger
erover kon trekken, van Klein-Azi� naar Thraci�. Om de vloot de
gevaarlijke toch om de rotsachtige Kaap Athos te besparen, werd
er een kanaal achterlangs gegraven.
Na twee jaar van voorbereidingen monsterde Xerxes zijn troepen
in de herfst van 481 voor Christus aan. Het volgend voorjaar
werd de enorme krijgsmachine in beweging gezet. De bruggen
werden door magi�rs gewijd met mirtentakken en door geurige
kruiden in het vuur te werpen. Daarom trokken de legerscharen in
zeven dagen over de schipbruggen van Azi� naar Europa. De koning
zelf reed temidden van zijn troepen in een overdekte wagen.
Mardonius voerde samen met een broer van Xerxes een deel van het
leger aan. Ging de tocht door Thrraci� vlot en voorspoedig, in
Macedoni� moesten de wegen eerst nog worden gebaand en dat
kostte tijd. Maar het Perzische leger bleef als een trage reus
voortgaan, tot ontsteltenis van de Grieken. Zelfs de Spartanen
schenen onge�nteresseerd te zijn, en slechts Athene was bereid
de hand aan het zwaard te slaan. Athene zond een uitnodiging
naar de andere Griekse steden om te overleggen wat er gedaan kon
worden om het dreigende Perzische gevaar af te wenden. Maar
behalve uit Sparta, dat toch wel enige bereidheid tot
samenwerking toonde, en uit de twee kleine steden Plataeae en
Thespiae, kwam er niemand opdagen. Verdere pogingen om meer
bondgenoten te vinden, ook onder de koloni�n, mislukten
volkomen. Niemand durfde het tegen de Perzen op te nemen. Alleen
waren bereid zich te onderwerpen. Zelfs de uitspraak van het
Orakel te Delfi was vol dreiging en moeilijk te begrijpen. Het
enige wat er duidelijk uit naar voren kwam was, Athene 'achter
houden muren moest worden beschermd ...' .
Themistocles verklaarde dat met de houten muren ongetwijfeld de
schepen van Attica bedoeld waren. Het volk geloofde Themistocles
en besloot de aanval van de Perzen op de vloot te weerstaan. Het
besluit werd genomen dat een smalle zeestraat het strijdtoneel
zou worden, want daar kon de meer dan vijf keer zo grote
Perzische vloot nooit haar kracht ontplooien. De landmacht zou
Midden-Griekenland tegen de vijandelijke aanval moeten
beschermen en was daartoe met de verdediging van de smalle
passen van het Oetagebergte belast.
De Atheners deden hun best om het vereiste aantal schepen
vaarklaar te krijgen. De Spartanen stuurden slechts driehonderd
zwaarbewapenden om het Oetagebergte te verdedigen. Hun aanvoeder
Leonidas (zie foto borstbeeld) verklaarde dat hij nog maar met
de voorhoede kwam, en daardoor leverden ook enkele andere
staten, waaronder Thebe, een aantal manschappen. Tenslotte had
Leonidas duizend man aan de voet van de Oeta onder zijn bevelen
staan.
Leonidas had de nauwe bergpas bij Thermopylae, die Noord- en
Midden-Griekenland verbindt, uitgekozen om de Perzen tegen te
houden. Xerxes was intussen aan de andere kant van het
Oetagebergte aangekomen. Toen hij hoorde dat Leonidas zich met
zo'n gering aantal mannen wilde verdedigen, kon hij zijn oren
niet geloven. Hij stuurde een gezantschap naar de Spartaan en
vroeg hem zijn wapens uit te leveren. Het antwoord van Leonidas
was zeer laconiek : kom ze halen ! Ongelovig wachtte de
Perzische koning nog vier dagen. Toen gaf hij het bevel tot de
aanval. Zijn soldaten werden evenwel tot zijn grote woede steeds
opnieuw teruggeslagen. Ondanks zware verliezen kwamen ze geen
stap vooruit. Toch zag Leonidas in dat hij de strijd
uiteindelijk niet zou kunnen volhouden. Aan zijn kant werden de
gelederen evenzeer uitgedund. Hij hoopte dat er versterking zou
komen, maar hij wist niet dat de Spartanen helemaal niet van
plan waren Midden-Griekenland te verdedigen. Nog minder kon hij
weten dat een verrader aan de Perzen het steile bergpad zou
wijzen waarlangs hij in de rug zou worden aangevallen. Toen hij
daarvan bericht kreeg, zag hij terstond het hopeloze van zijn
situatie in. Met driehonderd Spartanen en een aantal dappere
Thespi�rs stierf Leonidas de heldendood om Griekenland te
redden. Helaas tevergeefs : Athene werd genomen en verbrand.
De Griekse schepen hadden intussen niet stilgelegen. Ze hadden
gunstige posities ingenomen tussen de eilanden en het vasteland.
Bij het zien van de reusachtige Perzische overmacht trokken ze
zich terug achter het eiland Salamis bij de westkust van Attica.
Themistocles gaf zijn trouwste slaag opdracht naar Xerxes te
gaan en zich voor te doen als een verrader. De raad die hij de
Perzische koning moest geven, was dat deze terstond de Griekse
vloot moest aanvallen. Dan zou de overwinning hem in de schoot
vallen. Xerxes geloofde hem en maakte alles gereed voor de slag.
Deze brak bij zonsopgang in alle hevigheid uit. Het werd een
ramp voor de Perzische vloot, die in de smalle wateren volkomen
vastliep. De overwinning van de Atheners was totaal en
definitief.