Rubriek : De
mens - algemeen
Het Perzische Rijk
Ten oosten van
Mesopotami� lag een groot, dor hoogland dat zich tot de Indus
uitstrekte. Voordat het Iran ofwel 'Land der Ari�rs' genoemd
werd, woonden er bergvolkeren, Elamieten en Kassieten in de
buurt. Iran zelf werd bewoond door Arische stammen. Deze
breidden hun gebied omstreeks tweeduizend voor Christus zowel in
zuidelijke als in westelijke richting uit. Een deel werd gevormd
door de Indi�rs en een deel door de Irani�rs. Mogelijk waren de
stamgroeperingen die de Meden en de Perzen worden genoemd,
oorspronkelijk uit zuidelijk Rusland afkomstig, maar helemaal
zeker is dat niet. Omstreeks 850 voor Christus werden hun namen
in ieder geval vermeld in een Assyrische inscriptie. Dat was
geen worden, want de Meden raakten met Assyri� in strijd.
Sargon II (721-705 voor Christus) bracht de Meden op de knie�n,
maar niet voor lang. Ecbatana werd de hoofdstad van de
Meden
en een steunpunt tegen de invallen van de Assyri�rs. De
verschillende Medische stammen werden tot een eenheid gebracht
en samen met de Chaldee�rs uit Zuid-Babyloni� ondernamen ze een
aanval op het Assyrische rijk. Onder koning Cyaxares (624-584
voor Christus) werd de stad Assoer in 614 geplunderd en in 612
voor Christus werd Nineve verwoest. Het rijk van koning Cyazeres
was enige tijd het machtigste van het Nabije Oosten. Het reikte
van Iran tot de Zwarte Zee. Alleen het rijke en toch ook
machtige koninkrijk Lydi�, in het westen van Klein-Azi�, wist de
Meden te weerstaan. Aan de Perzische Golf waren omstreeks 550
voor Christus verschillende Perzische stammen tot onderwerping
gebracht door Cyrus, de koning van Ansjan. Hij was vazalkoning
en familie van Astyages, de koning van de Meden. Maar hij kwam
in opstand en wist Astyages te verslaan en gevangen te nemen. Na
de onderwerping van de Meden zette Cyrus zijn veroveringen
voort. Binnen twintig jaar had hij het hele Nabije Oosten
onderworpen. Ook koning Croesus van Lydi� en de Griekse steden
op de kust van Klein-Azi� had hij onderworpen.
Van Croesus gaat het verhaal dat hij, vrezend dat Cyrus hem om
zijn rijkdom zou willen aanvallen, besloot zelf de oorlog tegen
de Perzen te beginnen. Maar omdat hij niet zeker was van de
overwinning, wilde hij eerst het beroemde orakel van Delfi in
Griekenland raadplegen. Om de Delfische godheid gunstig te
stemmen, richtte Croesus een luisterrijk offerfeest aan. Op een
reusachtige brandstapel werden drieduizend offerdieren, een
groot aantal gouden voorwerpen, purperen kleden en andere
kostbaarheden geplaatst. Toen het vuur was uitgewoed, liet de
Lydische koning het gesmolten goud verzamelen en er platen van
smelten. Deze platen, 117 in getal, stuurde hij, met nog andere
geschenken, naar de god van Delfi, met het verzoek te laten
weten of hij inderdaad tegen Perzi� moest optrekken. Het orakel
gaf als antwoord : 'wanneer Croesus een veldtocht onderneemt
tegen de Perzen, zal er een grote macht vernietigd worden'. Dit
antwoord stelde Croesus tevreden en hij rukte op tegen de
Perzen.
De Perzen waren volkomen verrast, maar omdat het Lydische leger
niet snel vorderde, kreeg Cyrus toch nog de tijd om een leger te
verzamelen. Kort daarom vond de slag plaats, maar de strijd
bleef onbeslist. Croesus trok naar zijn land terug om er de
winter door te brengen en stuurde zijn leger tot het volgende
voorjaar naar huis. Maar de Perzische koning was zijn
tegenstander achterna gekomen. Die was toen zozeer in het
nadeel, dat hij verslagen werd. Het orakel had niet gelogen,
want door zijn militaire onderneming was Croesus' eigen rijk
vernietigd ! Cyrus beheerste toen vrijwel het gehele Nabije
Oosten. Alleen Egypte overwon hij niet. Dat lukte zijn zoon
Cambyses (529-521 voor Christus) wel. Daarmee was het grootste
wereldrijk tot stand gekomen dat er tot dan toe ooit had bestaan
: het Perzische Rijk.
De opvolger van Cambyses, Darius (521-486 voor Christus) bracht
tal van hervormingen tot stand. Hij verdeelde zijn rijk in
provincies of satrapie�n en stelde aan het hoofd daarvan
satrapen of stadshouders aan. Een goed wegennet zorgde voor
snelle verbindingen en bevorderde de handel. Een stelsel van
jaarlijkse belastingheffing verschafte hem de nodige financi�le
armslag. Zijn plan om Griekenland te onderwerpen werd echter
geen succes. Ook zijn opvolger, Xerxes I (485-456 voor Christus)
lukte dit niet, ondanks de groots opgezette poging. Het
Perzische Rijk ging, in weerwil van de goede organisatorische
opzet van Darius, na diens regeerperiode toch in macht
achteruit. De latere koningen handhaafden het gezag onvoldoende
en dat leidde steeds weer tot opstanden van stadhouders in
meestal verafgelegen provincies. Egypte ging zelfs tijdelijk
verloren, maar Artaxerxes (358-337 voor Christus) wist Egypte
weer in zijn macht te krijgen. Ook binnenlands versterkte hij
het koninklijk gezag weer. Maar lang zou dat niet duren. Enkele
jaren later kwam Alexander de Grote met zijn leger van Grieken
en Macedoni�rs naar het Nabije Oosten en bracht omstreeks 330
voor Christus in zijn beroemde veldtocht het Perzische
wereldrijk ten val. (foto : een Perzisch bord)