Rubriek :
Historische figuren
Peter I de Grote van
Rusland
(Moskou 9 juni 1672
- St.-Petersburg 8 febr. 1725), tsaar (sedert 1682) en 'alrussisch
keizer' (1721-1725), uit het Huis Romanov, was de zoon van tsaar
Aleksej Michailovitsj, uit diens tweede huwelijk met Natalja
Narisjkina. Een bloedige paleisrevolte, voortgevloeid uit een
tussen de families van de twee gemalinnen van Aleksej, de
Miloslavski's en de Narisjkins, uitgebroken conflict over de
opvolging, maakte de oorspronkelijke regeling ongedaan en bracht
Peter en zijn oudere, maar zwakzinnige halfbroer Ivan onder
regentschap van hun zuster Sofia, tot deze in 1689 door een
staatsgreep van de jeugdige Peter ten val werd gebracht. De
werkelijke regering van Peter begon na de dood van zijn moeder
in 1694 en die van Ivan in 1696. In 1696 verrichtte hij zijn
eerste militaire prestatie: door inzet van de vloot wist hij de
tot dan vanaf de landzijde onneembare vesting Azov te veroveren.
In 1697 vertrok hij met een groot Russisch gezelschap
'incognito' naar West-Europa, om daar diplomatieke contacten aan
te knopen en zich van de modernste scheepsbouwtechnieken op de
hoogte te stellen (o.a. in Zaandam en Depford, Engeland). Een
tegen hem uitgebroken opstand van de Strelizen noopte hem in
Wenen zijn reis voortijdig te be�indigen. De opstand werd wreed
neergeslagen. In 1699 werd door de opheffing van de nog
overgebleven Streltsi-regimenten de afrekening voltooid. Peter
dwong zijn zuster Sofia, die hij als een van de aanstichters
beschouwde, non te worden; Peters vrouw, Eudoxia Lopoechina, van
wie hij vervreemd was geraakt, viel een zelfde lot ten deel.
In de volgende periode werden veel, o.a. Hollandse, technici
naar Rusland gehaald om leger en vloot op te bouwen volgens de
nieuwste methoden. Door allerlei uiterlijke en formele
vernieuwingen trachtte Peter het verzet van conservatieve
kringen tegen zijn politiek te ondermijnen. Het hoofddoel van
zijn politiek was de versterking van de Russische staat, vandaar
de grote nadruk die hij legde op de modernisering van leger en
vloot - en, daaraan ondergeschikt, op de vele hervormingen op
bestuurlijk gebied. Deze leidden o.m. tot een verdere verwijding
van de kloof tussen de onvrije boerenbevolking en de
aanzienlijken, die op hun beurt verder aan de staat dienstbaar
werden gemaakt. Van de bestuurlijke hervormingen zijn te
vermelden: de oprichting van de 'Regerende Senaat' met door de
tsaar benoemde leden ter vervanging van de vroegere (1711)
Bojaren-doema; het instellen van een 'Heilige Synode' onder een
door de tsaar aangewezen opperprocureur als kerkelijk
bestuurslichaam. Ook zijn handelspolitiek (bevordering van de
kolonisatie in Siberi�; de pelzenhandel staatsmonopolie) was
gericht op versterking van de staatsmacht. Deze politiek
veroorzaakte een sterke bureaucratisering en bracht met zich de
opbouw van een groot politieel controleapparaat, dat in zijn
verschillende vormen tot de revolutie van 1917 op de Russische
samenleving zijn stempel zou blijven drukken.
De buitenlandse politiek van Peter werd tijdens het grootste
deel van zijn regering vooral bepaald door de strijd tegen
Zweden, destijds de machtigste Oostzeemogendheid. Hieraan kwam
in 1721 een eind door de Vrede van Nystadt, waarbij Rusland een
groot deel van de Oostzeekust verwierf. In 1717 had Peter ten
tweeden male een reis naar Europa gemaakt, o.m. om in Frankrijk
steun te verwerven voor zijn politiek; hierin slaagde hij
evenwel niet.
Na zijn dood in 1725 ontstond een opvolgingsprobleem, daar hij
geen gebruik had gemaakt van zijn recht zelf een opvolger aan te
wijzen. Zijn zoon uit zijn eerste huwelijk, Aleksej, had hij in
1718 doen doden, daar deze zich door naar het buitenland te
vluchten aan zijn staatkundige verplichtingen had trachten te
onttrekken. Diens 9-jarig zoontje Peter kwam voor opvolging nog
niet in aanmerking. Van de elf kinderen die Peters tweede vrouw
(sinds 1712) en voormalige concubine, de Lijflandse
pastoriedienstbode Catharina Skaoronskaja, hem had geschonken,
waren alleen twee dochters, Anna en Elisabeth, opgegroeid, die
echter doordat zij v��r het huwelijk waren geboren evenmin voor
opvolging in aanmerking kwamen. Derhalve kon zijn vrouw,
Catharina, in 1724, met steun van de garderegimenten onder
leiding van haar vroegere minnaar Mensjikov, tot keizerin worden
gekroond.