Rubriek :
Historische figuren
Peter Cornelius
Cornelius, Peter (Mainz
24 dec. 1824 - aldaar 26 okt. 1874), Duits componist en dichter,
aanvankelijk 'Hofschauspieler' in Wiesbaden, studeerde te
Berlijn bij Dehn, maar vertrok spoedig naar Weimar, waar hij
zijn literaire talent in dienst stelde van de idee�n van Franz
Liszt en de Neu-Deutsche Schule. Hier schreef hij zijn komische
opera Der Barbier von Baghdad (1858) op een eigen, literair
waardevol libretto; de premi�re met Liszt als dirigent was geen
succes, maar later bleek dit werk een van de weinige
laat-romantische opera's te zijn die kon voortbestaan naast die
van Wagner. Van 1859 tot 1865 verbleef hij in Wenen, waar hij
bevriend was met Brahms en (de dichter) Hebbel, en in 1861
toetrad tot de Wagnerkring. Hij schreef daar zijn opera Der Cid
(1866). In 1865 werd hij op voordracht van Wagner aan het
conservatorium te M�nchen benoemd tot docent muziektheorie en
retorica. Zijn hier gecomponeerde opera Gunl�d werd door W. von
Baussnern voltooid (1908). Hoewel hij zijn naam te danken heeft
aan zijn eerste opera, is hij v��r alles een meester op het
gebied van de liedkunst. Van zijn liederen voor ��n of meer
solostemmen en voor koor (Brautlieder, 1856-1858; Vater unser
Lieder, 1854; Weihnachtslieder, 1856; herz. 1870) zijn vele op
eigen tekst gecomponeerd. Zij geven blijk van een geheel eigen
fijnzinnige en lyrische stijl die onafhankelijk bleef van de
dominante muzikale stromingen van zijn tijd.