Pieris
napi
Het
klein geaderd witje komt voor in noordelijk
Afrika, Europa, het noordelijk deel van Azi� en
in Noord-Amerika. De vlinder houdt van vochtige
terreinen, niet alleen in warme maar soms ook in
zeer koude gebieden. De voedselplanten van de
rupsen zijn koolsoorten, waterkers, veldkers,
look-zonder-look. De rupsen groeien snel en zijn
binnen de veertien dagen verpopt. De pop is ook
het stadium dat overwintert. Zo'n pop zit aan
een stevige stengel, een boomstam of een steen.
Er zijn twee, soms drie generaties per jaar. Het
klein geaderd witje is een zeer algemeen
voorkomende vlindersoort die ook trekgedrag
vertoont.
|