Rubriek :
Historische figuren
Pierre en Marie Curie
Curie, familienaam
van het Frans-Poolse echtpaar Pierre Curie (Parijs 15 mei 1859 -
aldaar 19 april 1906) en Marie (Marya) Curie-Sklodowska
(Warschau 7 nov. 1867 - Sancellemoz 4 juli 1934), dat in 1903
gezamenlijk bekroond werd met de helft van de Nobelprijs voor
natuurkunde 'wegens hun onderzoek aan de door Henri Becquerel
(die de andere helft van de prijs kreeg) ontdekte
stralingsverschijnselen'.
Pierre Curie werd in 1883 directeur van het natuurkundig
laboratorium van de �cole de Physique et de Chimie Industrielle
te Parijs, in 1885 hoogleraar aldaar en in 1903 aan de Sorbonne.
Met zijn broer Jacques ontdekte hij de pyro-elektriciteit en de
pi�zo-elektriciteit (1880). Voor zijn proefschrift (1895)
bestudeerde hij het magnetisme en formuleerde hij de wet van
Curie, die zegt dat voor een paramagnetische stof de magnetische
susceptibiliteit (zie magnetisme) omgekeerd evenredig met de
absolute temperatuur varieert, waaruit het curiepunt volgt. Voor
dit onderzoek construeerde hij de balans van Curie ter bepaling
van de magnetische susceptibiliteit van paramagnetische en
diamagnetische stoffen. De balans bestaat uit een draaibaar
opgestelde permanente magneet; de te onderzoeken stof bevindt
zich aan het uiteinde van een balans, zodanig dat het
gedeeltelijk binnen het veld van de magneet hangt. Bij draaiing
daarvan zal bij een paramagnetische stof het proefstuk in het
magneetveld worden getrokken, bij een diamagnetische stof uit
het magneetveld worden gestoten. Uit het gewicht dat nodig is om
het oorspronkelijke evenwicht te herstellen, wordt de
susceptibiliteit bepaald.
Marya Sklodowska studeerde natuurkunde en chemie te
Warschau en Parijs, waar zij medewerkster werd van Pierre Curie,
met wie zij in 1895 huwde. Na zijn dood in 1906 volgde zij hem
op als hoogleraar aan de Sorbonne en werd daarmee de eerste
vrouw die aan de Sorbonne doceerde. In 1911 werd zij directrice
van het door haar opgerichte Radium-Instituut te Parijs.
Te zamen met haar man onderzocht zij de in 1896 ontdekte
radioactieve stralen en de stoffen die deze voortbrengen. In
1898 ontdekte ze polonium en tezamen met haar man radium. Madame
Curie was de eerste die voor de tweede maal een Nobelprijs
kreeg, en wel in 1911 die voor scheikunde 'wegens haar
ontdekking van radium en polonium, de isolatie van radium en de
studie van het karakter en de verbindingen van dit opmerkelijke
element'. In de Eerste Wereldoorlog organiseerde zij een
radiologische dienst voor het Franse leger. Vanaf 1922 was zij
vice-voorzitter van de Internationale Commissie voor
Intellectuele Samenwerking van de Volkenbond. Ze overleed aan
leukemie, veroorzaakt door de overmatige blootstelling aan de
straling van radioactieve stoffen.
Hun dochter Irene (12 sept. 1897 - 1956) huwde in 1926 met
Fr�d�ric Joliot; zij ontvingen in 1935 een Nobelprijs voor hun
werk op het gebied van kunstmatige radioactiviteit (zie
Joliot-Curie). Een tweede dochter, Eve Denise (Parijs 6 dec.
1904), trad sedert 1925 op als concertpianiste, maar verwierf
vooral naam als publiciste. De biografie die zij over haar
moeder schreef, Madame Curie (1937), werd in vele talen
vertaald. Haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen
zij als correspondente vanuit de Verenigde Staten diverse
oorlogsterreinen bezocht, stelde zij te boek in Journey among
warriors (1943).