Rubriek :
Poolgebieden
Pingu�ns aan de zuidpool
Van de achttien
bekende pingu�nsoorten komen er slechts vier in het
zuidpoolgebied voor : de ring-, de Gentoo, de Ad�lie- en de
keizerspingu�n.
De koningspingu�n waagt zich nooit verder dan Zuid-Georgi�.
Ofschoon ze zich op het land nogal onhandig bewegen, zijn de
pingu�ns in het water snelle zwemmers. Vaak worden ze kilometers
ver buiten de kust gesignaleerd. Zodra het daglicht in de
zuidpoolgebieden terugkeert, leggen ze al zwemmend aanzienlijke
afstanden af, wanneer ze - gedreven door een merkwaardig
instinct - terugkeren naar hun broedplaatsen in de kuststreken.
Pingu�nkolonies vari�ren in grootte van een paar tot een miljoen
of meer vogels !
De
belangrijkste bezigheden zijn het uitbroeden van de eieren en
het verzorgen van de jongen. Bij de nadering van roofzuchtige
jagers worden deze dagelijkse bezigheden met een schel gekrijs
verstoord. De jongen zijn zeer vraatzuchtig : ze steken hun
kopjes diep in de bekken van de ouders om het uitgebraakte
voedsel op te slurpen.
De strijdlustige ringpingu�n maakt zijn nest bij voorkeur op het
pakijs of op hoge rotsen, een gewoonte die wordt gedeeld door de
heel wat vriendelijkere Gentoopingu�n. Deze laatste bouwt zijn
nest soms zelfs op honderd of meer meter boven de zeespiegel.
Wanneer een Gentoo-jong voor ongeveer tweederde volgroeid is,
verzamelt het zich met zijn even oude soortgenoten en laat zowel
de ouders als het nest in de steek. Bij de voedselvoorziening
werken de volwassenen meestal samen in een voorbeeldige
eendracht.
Nadat hij een bezoek had gebracht aan Zuid-Georgi� schreef de
Amerikaanse bioloog dr. Robert Murphy over de oude en zieke
Gentoopingu�ns die verzamelden bij een hoog en afgelegen
meertje, waar zij hun laatste dagen sleten voor ze op die plaats
tenslotte stierven. Een gemeenschappelijke begraafplaats dus.
Deze dieren doen hiermee iets wat bij in het wild levende dieren
uiterst zelden voorkomt.
De Ad�liepingu�n bouwt zijn nest in het uiterste zuiden, net als
de keizerspingu�n. De Ad�lie is de clown van het pingu�nrijk,
zowel door zijn uiterlijk als door zijn ondeugende gedrag. Hij
bouwt zijn nest op de meest barre en winderige plaatsen ter
wereld.
De koningspingu�n is de op ��n na grootste van zijn soort en in
elk geval de schilderachtigste. Met ingetrokken kop is hij
ongeveer zeventig centimeter lang, maar daar komen nog eens
twintig tot vijentwintig centimeter bij wanneer hij zijn hals
rekt. De glanzende rug en de stompe zwemarmpjes zijn blauwachtig
grijs van kleur, terwijl de kop en de nek zwart zijn met een
groen vleugje op de kruin. Bijzonder opvallend zijn de twee
oranje banen die achter het oor beginnen en vervolgens bij de
keel samenkomen, waarna ze in prachtige goud-geel-groene kleuren
naar beneden uitwaaieren. De borstpartij en de onderbuik zijn
satijn-wit en de rug is zwart.
De koningspingu�n bouwt evenals de keizerspingu�n geen nest,
maar draagt zijn eieren en zijn jongen op zijn poten. Terwijl de
koning echter de eieren in de zomermaanden uitbroedt, geeft de
keizer de voorkeur aan hartje winter. Deze beide soorten hebben
veel gemeenschappelijke kenmerken. Kleur en vorm zijn gelijk,
ofschoon het oranje bij de keizer in mindere mate voorkomt. De
keizer is de reus onder de pingu�ns. Hij weegt om en bij de
negentig pond en is rond ��n meter lang. Hij is ook ��n van de
zeldzaamste vogels ter wereld, misschien wel het meest verwant
aan een oervogel.