Rubriek :
Historische figuren
Pippijn III de Korte
sedert de 11de eeuw
bijgenaamd de Korte (ca. 715 - Saint-Denis 24 sept. 768),
Frankisch hofmeier en koning, was de tweede zoon van Karel
Martel en diens echtgenote Rotrudis. Bij de dood van zijn vader
(741) nam hij samen met zijn oudere broer Karloman I het gezag
over en verkreeg als te beheren gebieden de westelijke gedeelten
van het Frankische Rijk. In 743 werd op hun initiatief weer een
Merovingische koning, Childerik III, op de troon geplaatst.
Gedurende jaren moest er door beide hofmeiers gestreden worden.
Ook de toestanden in de kerk werden in ruime mate gesaneerd,
dankzij de hervormingsactie die Bonifatius, in opdracht van de
twee hofmeiers, sedert 742 voerde.
Pippijn regeerde sedert 747 alleen. Met de morele steun van het
pausdom deed hij in 751 een staatsgreep. Hij liet zich door zijn
partijgangers onder de aristocratie tot koning verkiezen en om
aan zijn aangematigd gezag een schijn van legitimiteit te geven,
liet hij zich, een ritus uit het Oude Testament weer tot leven
roepend, door Bonifatius en andere bisschoppen tot koning der
Franken wijden; de laatste Meroving werd in de abdij
Sint-Bertijns opgesloten. Kort daarop deed paus Stefanus II,
door de Longobarden in het nauw gebracht, een beroep op Pippijn.
Hij trok naar Francia, sloot met Pippijn een bondgenootschap,
voltrok aan hem nogmaals de koninklijke wijding en verleende hem
de titel van patricius Romanorum. Pippijn ondernam twee
krijgstochten naar Itali� tegen de Longobardische koning Aistulf
(754, 756) en dwong hem de gebieden rondom Ravenna die hij op
Constantinopel had veroverd, aan de paus over te dragen (de
Schenking van Pippijn). Aldus werd, door de vereniging van deze
gebieden met Rome en omgeving, waar de paus effectief meester
was, de basis gelegd voor de Kerkelijke Staat. De laatste jaren
van Pippijns regering werden grotendeels in beslag genomen door
de herovering van Septimani� op de Arabieren (752-759) en de
onderwerping van Aquitani� (760-768); aldus werd het zuiden van
Galli� weer rechtstreeks in de Frankische monarchie
ge�ntegreerd. Pippijn de Korte verdeelde bij zijn overlijden
zijn rijk onder de zonen van hem en zijn echtgenote Bertrada,
Karel (de Grote) en Karloman.