De
pitvis
De pitvis of Callionymus lyra.
Beschrijving
Eerste rugvin met vier stekels; tweede rugvin
met negen vinstralen; anaalvin met acht tot
negen. Mannetjes zijn geelbruin met blauwen
lijnen en vlekken; rugvinvlies geel met
groenblauwe lijnen. Vrouwtjes en onvolwassen
mannetjes lichtbruin met zes bruine vlekken op
de flanken, drie bruine dwarsbanden op de rug,
zonder verlengde stralen in de eerste rugvin.
Lichaam aan de boven- en onderzijde afgeplat.
Ogen hoog in de driehoekige kop. Vier stekels op
de voorkieuwdeksels, waarvan er ��n naar de bek
toe is gericht. De overige naar de staart en/of
naar boven. Volwassen mannetjes hebben extreem
verlengde stralen in de eerste rugvin en een
lange staartvin. De paaitijd valt in februari en
maart, waarbij de mannetjes prachtig gekleurd
zijn en hun territoria verdedigen. Pitvissen
eten wormen, kleine kreeftachtigen en
weekdieren.
Lengte
Maximaal 30 cm (mannetjes) en 20 cm voor de
vrouwtjes.
Verspreiding
Oost-Atlantische Oceaan, Noordzee en Oostzee.
Langs onze kust vrij algemeen.
|